zondag 17 februari 2013

Stoeptegels

Tijdens de laatste schrijftraining vertelde 'juf' dat je overal inspiratie vandaan kan halen. Als je maar om je heen kijkt. Zelf kan zij over elke stoeptegel iets schrijven als het moet. Althans, dat zegt ze. En ik geloof haar direct.

Inspiratie
En hoewel er genoeg in mijn leven gebeurt, blijft het lastig daar een onderwerp uit te pikken dat het vermelden waard is. Of een onderwerp dat ik wèl wil delen met de wijde wereld. Ik heb flink om mij heen gekeken, in de hoop daar schrijfinspiratie uit te halen. En vandaag zag ik het opeens: de stoeptegels rondom mijn huis.

Tegels
Die liggen namelijk niet alleen schots en scheefgezakt, maar zijn ook nog eens allemaal groen. Dat hoort niet zo. Ze horen grijs en witgegrind te zijn. Maar ze zijn groen. Dat is vandaag extra duidelijk te zien, omdat alle witte sneeuw er inmiddels vanaf is gesmolten. En schots en scheef horen ze ook niet te liggen. Maar dat gaan we in het voorjaar rechtzetten. Letterlijk.

Gladde kant
Vorig jaar (of was het alweer het jaar daarvoor?) is er een flinke geul achter ons huis gegraven, om een nieuwe leiding te leggen. De leiding doet het prima, maar sommige tegels getuigen nog steeds van het vlijtige werk dat is afgeleverd. Eerlijk gezegd heb ik ook nooit geweten dat een stoeptegel een ruwe en een gladde kant heeft. Maar nu weet ik dat wel, omdat er een paar met de gladde kant naar boven liggen. En dat gecombineerd met mosaanslag en sneeuw, zorgt er voor dat je dat héél duidelijk weet. Dus die tegels moeten er uit en omgedraaid worden. En er zullen ook wel een paar zakken zand onder verdwijnen, om de boel weer glad te krijgen. Bosgrond verzakt nu eenmaal, vooral als je er in hebt rondgegraven. Dan moet alles 'settelen' zeg maar.

Azijn
Wat betreft de mosaanslag hoorde ik mezelf vandaag tegen mijn schoonpapa zeggen, die met hetzelfde euvel kampt als ik, dat hij er gewoon de goedkoopste azijn overheen kan gooien. Niks duur schoonmaakmiddel tegen mosaanslag. Azijn voldoet prima. Althans, dat vertelde mijn oom mij, die voor de sneeuwbuien bij mij was en zonder er verder iets over te zeggen naar de groene tegels keek. Hij doet dat zelf altijd. Met succes. Ik heb zijn advies nog niet opgevolgd, maar wèl alvast doorgegeven. Want volgens mij brandt azijn niet alleen de mos van de tegels, maar ook alles wat daar tussendoor piept weg. En tussen mijn tegels komen nu net zo leuk groene toefjes met vergeet-mij-nietjes en sneeuwklokjes opzetten. En die wil ik daar wel houden. Dus zal ik zelf wèl aan de dure milieuvriendelijke middelen moeten geloven. Om het groen weg te halen waar ik het niet wil en te behouden waar ik het wel wil. En dat allemaal op dezelfde vierkante meters stoeptegel rondom mijn huis.

Juf had gelijk. En ik kan het ook !

vrijdag 1 februari 2013

Sneeuwklokjes

Bij mij proberen ze alweer voorzichtig uit de grond te piepen. Ik heb zo hier en daar een voorzichtige groene spriet in mijn tuin ontdekt. Maar verder zitten ze nog lekker in de grond, de sneeuwklokjes en de narcissen, de hyacinten en de blauwe druifjes.

Voorbodes
Maar die paar sprietjes zijn al wèl de voorbode van het voorjaar. Van het mooie kleurenpalet van meer kleur in de tuin dan alleen groen en wit. Ik word er wel vrolijk van. Van het voorjaar dat in aantocht is. Nog even en ik zie de lichtgroene waas weer ontstaan, die de nu nog kale bomen gaat omfloersen. Lekker. Ik verheug me al op de bijbehorende zon. Ik begin de kou namelijk wel een beetje zat te worden zo zoetjes aan.

Koukleum
Menig maal ben ik de afgelopen winter verkleumd geweest tot in het klokkenhuis van mijn ziel. En dat is diep kan ik je zeggen. Héél diep. Ik heb me gewarmd bij de houtkachel en met een fleecedekentje op de bank. Mijmerend over hoe het ook alweer voelde: zon op mijn snoet. Ik ben niet zo'n wintertype. Ik ben nu eenmaal een gigantische koukleum. En hoewel ik wèl alle jaargetijden mooi vind en het ook fantastisch is dat we ze hebben, mag het ene seizoen wel ietsje langer duren dan het andere wat mij betreft. En zeker de winter mag van mij opschieten. Sneeuw is prachtig, vooral als je dan in een kerstkaart woont, zoals ik. Maar dat hele mooie, serene, voetstaploze wit duurt meestal maar heel even. En dan verandert het in verraderlijke gladde prut. En dan zie je mij dus met rubber laarzen aan naar mijn werk klunen. Nette schoenen los in een plastic tasje mee.

Voorjaarskriebels
Maar nu het warm water regent, krijg ik des te meer de voorjaarskriebels. Mijn hele huis staat al bezaaid met bloembollen, die nadat ze uitgebloeid zijn allemaal de tuin in verdwijnen. Ik koop nooit losse bloembollen voor in mijn tuin. Alle voorjaarsbloemen die er in opkomen heb ik zelf uitgezet van spul dat eerst in huis heeft gestaan. Behalve de sneeuwklokjes. Die waren er al voordat ik dit huis kwam bewonen. En die worden elk jaar meer lijkt het wel. Net zoals de lelietjes der dalen, die over een paar maandjes weer bloeien. Ik kan niet wachten. En daarom bloeien de hyacinten al binnenshuis bij mij.

Opruimen
Een ander voorjaarsteken waar ik al een voorsprong op heb genomen, is de schoonmaak. Ik sop elke week een andere kamer extra uit. En ik ruim de kasten grondig op. Je zou toch denken dat je na de zoveelste keer flink opruimen alleen nog het hoognodige overhoudt in die kasten. Maar het jonkt maar aan. En ik kom telkens opnieuw ruimte tekort. Raar hoor. Snap er niets van. Maar voorlopig regent het nog wel even, dus moet ik het sowieso van de binnenshuisactiviteiten hebben.

Mijmeren
Ik mijmer tussen het schoonmaken en opruimen door over hoe lekker fris alles er straks weer bij staat. Klaar voor het volgende seizoen. Onwillekeurig moet ik denken aan dat muisje uit het fabeltje. Dat de hele zomer op zijn rug naar de lucht lag te kijken en de zon opsnoof. De zomergeluiden in zich opnam en in een trage blik zijn soortgenootjes ijverig zag hamsteren voor de winter. Toen het winter was ging het muisje op bedeltocht. Hij had niks verzameld en had nu honger. In eerste instantie werd hij sceptisch bekeken en was hij niet welkom. Totdat hij in ruil voor een handje nootjes vertelde hoe het ook alweer voelde, die zon op je gezicht. Hoe de zomergeluiden waren en dat de lucht zo mooi blauw was geweest. Dat het nu wel winter was, maar de zomer er weer aankwam. Het muisje werd een graag geziene gast. En had de hele winter zijn buikje vol. In ruil voor zijn zomermijmeringen ...