maandag 25 juni 2012

Souvenirs

Om de één of andere reden nemen we souvenirs mee naar huis als we op vakantie zijn geweest. Herinneringen aan hoe het was waar wij waren. Soms zijn dat etenswaren, maar die gaan natuurlijk op. Tenzij je ze laat verstenen na verschimmeling. Maar meestal gaat het om tastbare prullaria die je van eeuwigheid tot amen bij je houdt. Ergens in een la of kast. Heel duurzaam. Dat wel.

Duur
De keren dat wij vroeger op vakantie zijn geweest waren telkens van korte duur. Mijn moeder was verloskundige en in haar tijd waren er nog geen maatschappen en uitwisselbare werktijden. Als zij er even tussenuit wilde, dan moest zij maanden tevoren op zoek naar vervanging. De helft van het te besteden vakantiegeld was al op nog voor wij de straat uitreden. Aan waarnemingskosten. En dan hoopte mijn moeder dat er bij terugkeer tenminste een paar bevallingen geweest waren. Maar soms was dat ook niet het geval. Dan viel de vakantie dus extra duur uit.

Duitsland
Wij gingen dan ook altijd zoveel mogelijk buiten het hoogseizoen om. Naar Duitsland. Mijn moeder was weliswaar in Nederland geboren, maar van Duitse genen. Zij sprak de taal. En dat was handig. Voorjaar of najaar vond je ons in het Teckelenburger land, in het Sauerland of in de Hümmling. Niet al te ver over de grens, maar wèl in het buitenland. We sloften het ene interessante buitenhuis na het andere af op van die vilten slippers, waar je meteen de vloeren van die buitenverblijven mee poetste. Dan hoeven de eigenaren er alleen maar wat boenwas tegenaan te gooien en de toeristen doen de rest. En kerken. Die bezochten wij ook. Verder ken ik de Duitse Wildstrasse op mijn duimpje. Wildparken waar de herten en zwijnen vrij rondlopen. En waar je aan elkaar geklonterde smurrie kan kopen dat wel wat weg heeft van houten kralen. Daar kan je het wild dan mee voeren áls je wat tegenkomt. En vanaf hoge houten torens kan je kijken naar de specialiteit van zo'n Wildpark. Wolven, beren, roofvogels. Elk park heeft wel wat aparts om bezoekers te trekken.

Bedeltjes
En van al die bestemmingen kreeg ik als kind van mijn ouders een souvenir mee. In de vorm van een bedeltje. Een geemailleerd wapenschildje op blik, met de naam van de bezochte plaats erop. Mijn zus en ik hadden zoveel van die bedeltjes, dat we er twee armbandjes voor nodig hadden. Inmiddels liggen bij mij alle bedeltjes los in een doosje en zijn de wèl echte zilveren armbandjes in hergebruik.

Ik heb de gein van die bedeltjes eigenlijk nooit zo kunnen inzien. Ik had meer met plakplaatjes en ansichtkaarten. Of met snuisterijtjes. Of nóg leuker: met van die plastic eieren die je uit een 'gokautomaat' kon halen voor een paar Duitse pfennigen. En als je dan mazzel had, dan zat er een ring in zo'n ei. Ook van een soort blik, met een felgekleurd plastic 'steentje'. Ik heb er nog twee. Een blauwe en een gele. Prachtig!!

Munten uit Parijs
In Parijs ontdekte ik een geheel andere vorm van souvenirs verzamelen. Bij iedere plek van waarde voor toeristen staan niet één, maar twee 'gokautomaten'. Voor gedenkmunten. Ook van blik. Goudgekleurd blik. Á 2 euro de munt. Je kan twee soorten munten sparen als je dat wilt. Dan ben je dus zomaar 4 euro per keer verder. Bij de balies, als die er al zijn, van de souvenirshops kan je dan speciale albums aanschaffen. Á 10 euro per stuk. En daar kunnen dan een stuk of wat van die munten in. Ze verkopen daar die munten ook los, maar dan zijn ze een dubbeltje duurder. Misschien omdat je ze 'uit de hand' krijgt, in plaats van dat het uit een automaat rolt. Óf je betaalt voor het papieren zakje. Dat kan ook. In elk geval weten ze er in Parijs wel munt uit te slaan. Létterlijk.

Herinneringen
Ik heb me er niet aan gewaagd. Wel heb ik een koelkastmagneetje gescoord. Gratis gekregen van het congres van mijn nicht dit keer. Van de Eiffeltoren. Grappig. De enige attraktie waar ik níet geweest ben is de Eiffeltoren. En die prijkt nu op mijn koelkast. Ik heb hem natuurlijk wèl veelvuldig gezien. Daar kom je niet omheen in Parijs. Van elk Europees land waar mijn voetstappen liggen heb ik zo'n koelkastplakker. Vergis je niet, die lopen ook op tot 5 euro per stuk of meer. En verder heb ik herinneringen in mijn hart meegenomen. En in mijn hoofd. En ik probeer nu al die indrukken te verwerken in blogs. Heb ik onderhand mijn eigen 'album' met vakantieherinneringen. En als ik dan tóch naar tastbare herinneringen van vakanties verlang, heb ik altijd mijn voorraadje blikken wapenschildjes nog ...

donderdag 21 juni 2012

Violist

In de metro's van Parijs wordt je af en toe getrakteert op muziek van een straatmuzikant. Het waren er wel veel minder dan ik gedacht had, maar misschien is het toeristenseizoen ook nog niet echt begonnen. Bovendien regende het geregeld en dan worden die instrumenten natuurlijk nat en raken ze ontstemd.

Galm
Het galmt anders wel behoorlijk in die metro's. Je loopt heel Parijs ondergronds door als je lijn 13 of 9 moet zien te bereiken, vanuit mijn startpunt van lijn 1. En zo ondergronds hoor je van verre de harmonieuze en minder harmonieuze klanken. Het is nog een hele kunst om ze te vinden. Want geluid draagt overal naar toe. En op goed geluk ga je er niet op af, want daar kom je niet voor zo onder de grond. Je komt voor de eerstvolgende metrotrein. En het geluid van zo'n trein overstemt iedere poging tot melodie.

Violist
Ik ben twee keer een radioblaster tegengekomen, met een jongeman die daar acrobatische toeren bij uithaalde. Heb één keer een soort van oudere cowboy, compleet met hoed, op een gitaar horen rammen en besefte in de metrotrein pas dat het een eigen interpretatie van 'Hotel California' moet zijn geweest. Verder heb ik één keer stilgestaan bij een cello met dame, in die volgorde, want de cello was vele malen groter en imposanter dan de dame. Maar ze haalde er een knap stukje muziek uit. En gezien de cd's op de grond die ze probeerde te verkopen, haalde ze regelmatig een knap stukje muziek uit die cello. Én ik heb een keer stil gestaan bij een violist. Heel even dacht ik onderdeel uit te maken van de stunt van de Washington Post. De jongeman was echter té jong om Joshua Bell te kunnen zijn. Maar hij had zonder meer talent. Als hij cd's te koop had gehad, was ik er voor gezwicht. Maar dat was niet zo. Bovendien moest ik mijn trein halen...

Washington Post
In opdracht van de Washington Post speelde Joshua Bell tijdens de ochtendspits in de metro van Washington DC. Op een koude morgen in januari. Hij speelde er 45 minuten lang 6 stukken van Bach. Er stopte nauwelijks iemand om te luisteren of om wat geld in de open vioolkist te deponeren. In totaal gaven 27 mensen hem een gezamenlijk bedrag van 32 dollar. En waren het voornamelijk oudere mensen en kinderen die hun pas inhielden voor een poging tot luisteren. Hij kreeg één compliment van een vrouw. Geen applaus en verder ook geen waardering.

Bijzonder
Het zou niet zo bijzonder geweest zijn, ware het niet dat niemand door had één van 's werelds beste muzikanten stond te spelen. Joshua Bell speelt de beste klassieke stukken die er voor viool geschreven zijn. Zijn viool heeft een waarde van 3,5 miljoen dollar. Twee dagen tevoren waren zijn concerten uitverkocht geweest in het theater van Boston. De gemiddelde entreeprijs was 100 dollar per zitplaats geweest. Maar nu hij incognito in een metrostation speelde, stopte er nauwelijks iemand om te luisteren.

De Washington Post had hem ingehuurd voor een sociaal experiment over waarneming, smaak en voorkeuren van mensen. De opdracht aan Bell was om op een publieke plaats te spelen op een ongepast moment. Spitsuur is dan natuurlijk een prachtig ongepast moment. De vragen in het onderzoek waren: hebben we de schoonheid waargenomen? Zijn we gestopt om het te waarderen? Herkennen we talent in een onverwachte context?

Als we niet meer stoppen om te luisteren naar één van de beste muzikanten ter wereld, die één van de mooiste muziekstukken ooit speelt, hoeveel andere dingen gaan er dan aan ons voorbij?

Hmm ... wie weet wie ik allemaal zomaar voorbij gelopen ben in de metrostations van Parijs ...



Bonusmateriaal voor wie wil: Joshua Bell in het metrostation van Washington D.C.



zaterdag 16 juni 2012

Hier Parijs ...

Hoe heette die man ook alweer? Die verslaggever die in Parijs woonde? Vroeg mijn nicht terwijl we op de Champs-Élysée liepen te slenteren. Eh... zei ik. Straks weet ik het weer... nu even niet.

Parijs
We zijn met de Thalys naar Parijs gegaan. Ondanks het oponthoud in Brussel  'wegens een technisch mankement' verliep de reis vlot. Ons appartement viel ook reuze mee. Keurig en in een veilige, doch rumoerige buurt, in een zijstraat van de Champs-Élysée. Hartje Parijs. Wat wil je ook?! Het leven in Parijs gaat dag en nacht door. Alleen tussen 04.00 uur en 04.30 uur is het héél even rustig. Daarna begint het hele circus van toeterende Maserati's en Ferrari's, vuilniswagens en wegsleepauto's weer van voren af aan.

Ijkpunt
De grote Disney winkel op de hoek was mijn ijkpunt voor waar ik heen moest. En natuurlijk liep ik gewapend met de plattegrond van Parijs op zak, met een kruisje van waar ik tijdelijk woonde. Ik mocht eens echt verdwaald raken. Dan hoefde ik de eerste de beste taxichauffeur alleen dat kruisje maar aan te wijzen en dan kwam het vast vanzelf wel weer goed.

Maar ik heb geen taxichauffeur nodig gehad. Wel talloze metrotreinen en een dagelijkse voetmassage. Veertien dagen Parijs in één week proppen vergt namelijk nogal wat van je onderdanen. Maar ik heb voorlopig heel Parijs op mijn netvlies staan. Talloze keren dacht ik: ik voel een blog opkomen. Zelfs mijn nicht herinnerde mij daar met enige regelmaat aan. Ik had een kladblokje mee moeten nemen. Dat doe ik een volgende keer. Want er gebeurt nu eenmaal té veel in een té korte tijd.

Voeten
Zo heb ik twee keer Parijs aan mijn verlopen voeten gehad, boven op de Notre Dame en de Sacre Coeur, na respectievelijk 387 en 300 smalle wenteltraptreden getrotseerd te hebben. Enkele reis natuurlijk. Heb ik nog nooit zoveel crèpes verorberd als de afgelopen week, zoveel geld voor een kop koffie hoeven neertellen en zoveel musea achter elkaar bezocht. Talloze blogs flitsen nog steeds door mijn hoofd, maar je moet érgens mee beginnen he?!

Hier Parijs, hier Jan Brusse
Jan Brusse! Riep ik midden op de Pere Lachaise, waar diverse celebreties languit in hun graf liggen bij te komen van een beroemd leven. Sommigen in omlijstte koepels en sommigen gewoon ergens tussen de kriskras gelegen graven in, zoals Edith Piaf. Jan had ooit eens verslag gedaan van de honderden katten die er op de Pere ronddoolden. Ze hebben er vast iets destructiefs op gevonden, want ik heb er zeggen en schrijven 2 gezien. Schichtig wegduikend tussen grafhuizen en -stenen.

Over de kinderkopjes van de Champs heeft Jan de wereld ook ingelicht destijds. Maar daar is nog niets op gevonden. Ze liggen er nog allemaal. En op de brede stoepen mag je de zakkenrollers van je af weten te houden. Ze hadden een slechte aan mij. De truc met de verloren grote nep trouwring was te doorzichtig om in te trappen. Zelfs ík had die door...


zondag 3 juni 2012

Wie mooi wil zijn ...

Sommige dingen kan je beter even laten bezinken voordat je ze opschrijft. Pas als het ergste leed geleden is en je er om kan lachen. Als een boer die kiespijn heeft enzo.

Melkboerenhondenhaar
Als kind had ik lang haar. Héél lang haar. Tot aan mijn achterwerk. Maar ik had ook heel fijn haar. Om niet te zeggen 'dun'. Dus het lange haar was pure noodzaak, om er nog iets van te breien. Vlechtjes welteverstaan. En die werden dan dubbelgevouwen in een soort lusje en daar kwam dan een hele grote strik in. Zo leek het nog wat, mijn melkboerenhondenhaar.

Nadat onze toenmalige buurvrouw verteld had dat er een slang in haar wc had gezeten, betrad ik die plek voortaan heel voorzichtig. Op een gegeven moment was kennelijk mijn dubbelgevouwen vlecht losgeraakt en dat sliertte rondom mij en tikte op mijn rug. Ik weet nog dat ik gilde, omdat ik natuurlijk dacht dat het een slang was. Wist ik veel dat de buurvrouw het over vroeger in Indonesië had gehad, waar ze niet eens ín huis een toilet hadden, maar ergens buiten.

Maatregelen
Mijn moeder nam wel stante pede maatregelen en zo werden mijn slierten de volgende dag gekortwiekt. Pagekoppie en bloempottenmodel werden mijn voorland. Tot mijn 14de. Toen mocht ik permanent. En opeens had ik een prachtige kop met krullen, die mij zouden blijven vergezellen. Van tijd tot tijd dan, want tegenwoordig kies ik liever voor kleur dan voor krullen en het is meestal een kwestie van kiezen volgens mijn kapster. Maar mijn vaste kapster heeft ziekteverlof, omdat ze een nieuwe heup heeft gekregen. En aangezien ik binnenkort een paar dagen met mijn nicht afreis naar Parijs, wil ik er wel Chique-de-Paris uitzien. En vooral er niet zoveel omkijken naar hebben. En een permanent leek mij dus uitermate handig. En dat waren de dames kapsters wel met mij eens. En och, omdat ik toch de natuurlijke ingredienten verkoos boven de meer agressieve, kon er ook best een kleurspoelinkje bij.

Lange zit
Ik heb vrijgenomen voor de lange zit en liet het maar gebeuren. Maar dan heb je ook wat. Dàcht ik, onder het druppen en lekken van de toch wel venijnige vloeistof door. Er is nog wel gedept met spul dat 'de brand' er uit haalt. Maar wie mooi wil zijn moet er wat voor over hebben. En de kleur viel prachtig uit en zo net onder de kap vandaan leken de krullen ook in slag te zitten.

Om een lang verhaal niet nóg langer te maken: ik ben na twee dagen teruggegaan om de fraaie brandblaren in mijn nek te laten zien. Kreeg de zalf die ik er voor gebruikte vergoed en daar bovenop kreeg ik nog shampoo en conditioner mee. Als pleister op de brandwond. 'En hoe bevalt het permanent?', vroeg een bezorgde kapster, toen ze mijn verwaaide krullen zag. Ik moet eerlijk zeggen dat mijn aandacht vooral naar het deppen en nablussen was gegaan en niet naar de spiegel. Ja, ik stond regelmatig achterstevoren voor de spiegel, dat wel. Met een handspiegel in mijn hand, om mijn nek te kunnen bekijken ónder de krullen.

Kappertje gespeeld
Nadat de één na de ander uit mijn omgeving vond dat mijn krullen niet echt het geld en de pijn waard geweest waren, ben ik terug gegaan voor een check-up behandeling. Bij binnenkomst hoorde ik een bekende stem onder een kap vandaan: 'Hee! Die is van mij !!'. En daar zat mijn reguliere kapster, met haar loopstokken naast zich geparkeerd. Gelukkig ging het goed met haar. Maar ze was haar uitgroei beu geweest en had zelf de schaar ter hand genomen. Alleen stond ze te wankelen toen ze dat deed en toen was ze uitgeschoten. En nu zat ze dus als een kind dat kappertje gespeeld had bij te komen onder de kap. 'Maar wat is er met jou gebeurd??' Haar vraag sprak boekdelen. Daar kon niemand meer omheen. Tsja Emmy, ik kan je ook niet missen. Je moet maar gauw weer helemaal beter worden. En tot zolang zing ik het wel even uit.

Mijn krullen worden overgedaan, zodra mijn haar dat hebben kan. En de check-up behandeling hoefde ik niet te betalen. Ik ga alleen zonder krullen naar Parijs. Maar ach, dan heb ik nog wat in het verschiet ...