vrijdag 14 december 2012

Dikkepeerzagen

Afgelopen week heb ik thuis op de bank meegeschreven met 'Het Groot Dictee der Nederlandse Taal'. Geen idee eigenlijk waarom dat met allemaal hoofdletters moet. Maar zo is de officiele titel nu eenmaal. Mijns inziens zit daar niet veel Nederlands bij. Meer Engels en Duits zou ik zeggen. Maar alla, een kniesoor die daar op let.

Frans
Er zat overigens geen woord Engels of Duits in het Groot Dictee. Wél veel te veel Frans naar mijn zin, want dáár had ik de meeste moeite mee. Het vak Frans heb ik als één van de eersten laten vallen bij het uitkiezen van mijn eindexamenpakket. Ik denk nog steeds dat dat vooral door mijn lerares Frans kwam, die meer aandacht had voor de leraar Engels dan voor ons. En mijn latere leraar Frans had meer aandacht voor de Franse versie van Asterix en Obelix, die hij dan ook altijd in de klas las. Met zijn voeten op de tafel van de eerste rij, die vanaf het podium waarop hij zat een prima stoof vormde.

Ambtenaar
Ik vermoed dat vanwege de Vlaamse deelnemers er zoveel Frans doorheen gekwengeld zat. Dat hadden zíj allemaal goed en ík allemaal fout. Geen wonder dat er uiteindelijk alwéér een Vlaming met de winst vandoor ging. Drie fouten had de man maar, die ambtenaar is bij het één of andere mij nietszeggend bedrijf. Kennelijk hebben ambtenaren in België net als bij ons óók zeeën van tijd om te lezen. Kan niet anders. Ik bedoel: drie !! fout ... Ik had er 18 en dat schijnt nog niet eens zo heel slecht te zijn. Lucky me. Alleen hield ik er geen mooie pen aan over.

Kasuaris
Naast mijn Franse bloopers waren het vooral woorden die mij totaal niets zeiden die ik verkeerd schreef. Ik was al helemaal blij dat dit jaar mijn d's en t's, ei-en en ij-en goed waren gegaan. Maar van een 'kasuaris' had ik werkelijk nog nooit gehoord. Inmiddels weet ik van mijn bereisde nicht dat het om een loopvogel gaat. Zij heeft er ooit twee van gezien. Ik zou ze niet herkennen, al stonden ze voor mijn neus. Maar ik heb er dus wel mooi weer een woord bij geleerd.

Dikkepeerzagen
Sommige woorden moet je ook zien voor je ze begrijpt. Of hardop lezen voor je ze snapt. En soms wíl je ook niet weten wat er staat. Op de site van taalvouten.nl vind je de grappigste verhaspelingen. Zoals 'kinderijsje met verassing'. En bij de advertentie voor een 6-gangen menu: 'Laat u verassen'. 'Bestelen aan de bar' en de cursus 'Hoe bereidt je een paard'. Bij deze laatste bedoelde de manege echt geen culinaire cursus te geven.

Of wat nog niet zolang geleden op Facebook opdook: een kuipje met 'magere Franse kwak' van de Albert Heijn. Je wílt niet weten wat daar in zit! Maar waar ik het meest om moest lachen was de advertentie op Marktplaats, die me afgelopen week onder ogen kwam: 'Bij deze bied ik 3 boormachines en 2 dikkepeerzagen aan. Alles werkt nog perfect'.

Ik moest twee keer lezen voordat ik snapte wat er stond. Hardop lezen wil in dit geval ook helpen. Van een appelboor heb ik namelijk wèl gehoord. Maar dikkepeerzagen... Overigens is het maar goed dat alles nog perfect werkt, want dikke peren zijn natuurlijk ook hartstikke moeilijk om doorheen te komen ...



zaterdag 1 december 2012

Fenomeen

Fenomenen beschrijven de wereld zoals we die ervaren. Mensen kunnen volgens de filosoof Immanuël Kant niet de ware aard van dingen kennen, alleen zoals het door hen ervaren wordt. En dat is een waar woord.

Temperamenten
In de afgelopen week hebben we deel twee van de schrijfcursus gedraaid. Eén van de programmaonderdelen is de temperamententest. Aangezien de cursisten tijdens deze training interviewtechnieken aanleren en daar ook voor het echies mee op pad gaan, leek het ons zinvol om wat extra bagage mee te geven. Middels een gastcollege werden we geïntroduceerd in hoe verschillend mensen zijn. Dat weten we natuurlijk allang, maar dat die verschillen ook te groeperen zijn, was voor sommigen een eyeopener.

Vier
De vier temperamenten kregen alle aandacht: Sanguine en Cholerisch als de extraverten en Melancholiek en Flegmatisch als de intraverten. De meeste mensen zijn wel een aardige mix, waarbij er één temperament de boventoon voert. Het is handig om te kunnen inschatten welk temperament degeen heeft die je interviewt. En niet geheel onbelangrijk is het om te weten wat er bij jezelf aan kop gaat. Het ontpoppen van gesprekken is vele malen makkelijker als je weet wat voor vlees je in de kuip hebt en hoe je je vragen moet stellen om er een interessant interview uit te slepen.

Interpretaties
Twee flegmatici tegenover elkaar levert binnen een half uur wat feiten op, terwijl twee sanguini om het woord vechten en er geen einde aan het gesprek komt, alwaar zij samen heel gemakkelijk in kunnen verzanden, tot de tiende macht. Dus hebben we de groep samen een top tien vragenlijstje laten maken, waaruit je zó de mensen kon vissen die ze ingebracht hadden. Grappig dat het zo werkt. En niet alleen grappig. Ook heel leerzaam. Want het woordje 'prachtig' betekent voor een flegmatisch persoon iets geheel anders dan voor een sanguine persoon. Als een flegmaat iets prachtig vindt, dan ís het ook prachtig. Buitengewoon prachtig. Maar een sanguine persoon roept dat om de haverklap en het betekent nauwelijks iets. Of het woord 'schatje', met alle te bedenken betekenissen van het woord, inclusief de intonaties daarvan. 'Schatje' kan zoveel meer betekenen dan wat het op het eerste gezicht lijkt.

Beleving
Jouw eigen beleving van dingen kan voor een ander heel anders te interpreteren zijn. En vice versa. Je kan de ander ook nooit helemaal snappen of aanvoelen. Al doe je er nog zo je best voor. Pas als je in iemands schoenen gestaan hebt, begrijp je een beetje van wat er in de ander om zou kunnen gaan. Want we zijn allemaal anders en reageren dus ook allemaal anders. En dat is vaak maar goed ook. Anders zou er óf niets meer serieus genomen worden, óf het hele leven één grote treurnis zijn. En geen van beiden is natuurlijk waar. We zijn een interessant fenomeen. En dat zijn we!

woensdag 7 november 2012

Chocola

Afgelopen maandag was ik voor een vergadering in Brussel. Leuk om mensen uit mijn netwerk te ontmoeten. En helemaal leuk als dat in Brussel gebeurt natuurlijk.

Minder
Ietsje minder leuk was de wekker op 05.00 uur. Maar je moet er wat voor over hebben hé. En dat had ik best. Ik zou samenreizen met de voorzitter van mijn adviesraad. Hij zou zich in Roosendaal bij mij voegen. Maar helaas zag iemand het leven niet meer zitten en zorgde voor een compleet infarct rond Tilburg. Dus zat Bert, die via Tilburg naar Roosendaal zou komen, vast. Na een paar smsjes heen en weer besloten we dat ik alleen door zou reizen. En aangezien Bert niets voor de rondvraag had, had het ook geen zin meer om om 12.30 uur alsnog de trein vanuit Roosendaal naar Brussel te pakken. Dus reisde ik ook alleen retour.

Godiva
Ik had het geluk dat mijn vergaderplaats aan een lief pleintje grenst. En op dat leuke pleintje zitten maar liefst 3 bonbonwinkels. Ze verkopen er in die winkels ook echt niets anders. Chocola, dat verkopen ze er. En daar kom je dus ook voor. Leonidas, Neuhaus en Godiva. Leonidas kan ik in Nederland ook wel kopen, maar de andere twee is lastiger. De vorige keer had ik een doosje Neuhaus meegenomen en ditmaal moest het dus Godiva worden.

Taal
Ik stapte het piepkleine zaakje binnen, dat daar al sinds 1926 zit. Achter de toonbank stonden 3 winkelbedienden. Twee dames in stijf gesteven schorten en met een grote strik op hun rug en een jongeman in een iets minder stijf pak. Eén van de dames liep achter de toonbank vandaan mij tegemoet en sprak me in het Engels aan. Kennelijk zag ik er erg toeristisch uit. Ze vroeg me in keurig schoolengels waar ze me mee kon helpen. Maar ik had net de hele dag in het Nederlands/Vlaams/Frans vergaderd, met een continue vertaling van de ene taal naar de andere. En door de Luxemburgse deelnemer werd daar ook nog wat Duits/Luxemburgs doorgekwengeld. Maar geen Engels. En niets is zo moeilijk om in een ander land met andere talen om te schakelen naar weer een andere taal.

Normaal gesproken is Engels totaal geen probleem voor mij, maar nu antwoordde ik in het Nederlands terug: "Eh, ik kom voor een doosje bonbons ..." Waarop de dame in onvervalst Nederlands de jongeman achter de toonbank vandaan sommeerde met : "Deze is voor u!".
Kennelijk bedienen ze er in het Nederlands, Frans en buitenlands, lees Engels. En heeft elk van de drie een eigen taal-aandachtsgebied.

De jongeman was uiterst beleefd en mijn doosje bonbons was snel gepakt en afgerekend en als bonus werd me de weg naar het station gewezen.

Essen
Op het station van Brussel kon ik drect doorlopen naar de internationale trein, die een tussenstop in Essen zou maken. Ik heb vier keer gekeken of het inderdaad wel 'mijn' trein was, die vanwege andere dienstregelingen nu ook in Esssen zou stoppen. Ik zag mijn geest al dwalen: van Brussel via Duitsland naar Rotterdam en dan nog naar Amersfoort. Maar inderdaad was het de trein die ik moest hebben.

Ik heb goed uit het raam gekeken, maar zag nergens auto's met Duitse kentekenplaten, noch Duitse huizen met vakwerk of kleine ramen. Het was allemaal Vlaams wat ik zag. Weer wat geleerd: België heeft ook een Essen. Een middelgrote plaats, dicht bij de grens met Nederland.

Al met al een leerzame dag daar in Brussel. Vanavond maar even iets anders. Ik denk dat ik de dvd 'Chocolat' maar eens ga herbekijken. Met de doos Godiva naast me op de bank natuurlijk ...

donderdag 25 oktober 2012

Failliet

Om mij heen hoor ik van het ene faillisement na het andere. Gelukkig treffen ze mij nog niet. Niet echt. Maar ik heb er wel meer en meer zijdelings mee te maken. Het zijn barre tijden ...

Adviseuse
Degenen die mijn gangen volgen, weten dat ik in een grijs verleden adviseuse ben geweest voor een Australisch product: Nutri Metics. Cosmetica en schoonmaakproducten van puur natuurlijke materialen. Door mijn gevoelige huid (en dat is dan ook meteen het belangrijkse gevoelige element aan mij), ben ik op de natuurlijke middelen aangewezen. En mijn huid wenst van tijd tot tijd nu eenmaal smeerseltjes. Ik kan er ook niks aan doen.

Nutri Metics
Nutri Metics bracht uitkomst. En ik heb heel wat enthousiaste workshops gegeven. Niet in eerste instantie voor de vergoedingen, want die waren sowieso maar minimaal, maar vooral vanwege het feit dat ik als adviseuse voor inkoopsprijs aan de spullen kon komen. Ook na mijn actieve adviseuse carriére bleef ik als adviseuse ingeschreven, waardoor ik mijzelf en een kleine klantenkring van tijd tot tijd met aanbiedingen kon bevoorraden. Eerst vanuit Nederland en later via bestellingen in Engeland.

Reorganisatie
Maar nu wordt de Europa afdeling gereorganiseerd, wat een chique omschrijving is voor crisisslachtoffer nummer zoveel die failliet is gegaan. Want de Europese afdelingen worden gesloten. Behalve die van Griekenland. Maar of dát nu zo'n goed nieuws is ... Ik ben dus adviseuse af en heb op de valreep nog het één en ander kunnen inslaan voor mijn klanten en mijzelf. Afgelopen week ontving ik een brief van een jonge ondernemer die wel brood zag in een doorstart voor Nederland. Mijn zegen heeft hij. En als hij het binnen een jaar kan rondbreien, ben ik waarschijnlijk nét door mijn aangelegde voorraadje heen.

Sportschool
Tegelijkertijd met de doorstartbrief, lag de reorganisatiebrief van mijn sportschool in de bus. Ze zijn met terugwerkende kracht per 1 september overgenomen. Het personeel ook voor een groot deel. Maar wij, de sportievelingen die op hun apparaten staan te zwoegen in ruil voor een beetje conditie, niet. Dus dat betekent dat onze abonnementen eenzijdig ongedaan gemaakt worden. Met de mogelijkheid om over te stappen naar het abonnement van de overnemer. Dat abonnement blijkt significant goedkoper te zijn, maar daar staat dan weer tegenover dat er veel minder groepslessen zullen zijn en er ook maar één ruimte komt voor al het groepszweten. Maar je mag dan weer wel zoveel groepslessen volgen als je wilt, in plaats van die ene waar ik nu iedere maand apart voor moest dokken. Dus dat wordt dringen en goed afspreken wanneer je ingeroosterd wilt worden. Want vol is vol.

Gehalveerd
Het personeel is gehalveerd, maar het abonnementsgeld ook. En na mijn laatse donderdagavond Pilatusles van vanavond, de deelnemers van de sportschool ook. Want het regent opzeggingen. Niet meer de gewenste lessen op de gewenste tijden. Geen kinderopvang meer en geen bar om na afloop aan te hangen. Maar míj maakt het niet zoveel uit. Ik kan nu mooi andere groepslessen uitproberen en aan de bar hing ik daar toch al niet. Dus ziet het er voor mij eigenlijk wel gunstig uit voorlopig: minder lesgeld, vrije groepsleskeuze, minder deelnemers en haalbare tijden. En dat naast een volle kast met smeerselvoorraad voor na het douchen, hoor je mij tot nader order niet klagen.

En zo hep toch weer elk nadeel zijn voordeel ...

dinsdag 16 oktober 2012

Vilten

Afgelopen weekend ben ik bij een vriendin wezen vilten. Nadat ik me vergaapt had aan al het moois dat zij te koop had staan op de pompoenenmarkt, besloten we dat we voor mij een broche zouden proberen.

Roos
Ik had daar wel ideeën bij. Een roos moest het worden. Van wit, grijs en zwart. Dat leek me prachtig voor op mijn winterjas. Van breiwerkjes van een andere vriendin had ik al eens gezien hoe je zo'n roos 'vouwt'. Gewoon een sliert stof in boogjes knippen en dan oprollen. Aan de achterkant vastbinden, uitdrukken, pin er in en klaar ben je. Dácht ik.

Kleur
Maar mijn viltvriendin had heel andere ideeën en ook een heleboel kleur voor me klaarstaan. En niks geen lapjes stof. Allemaal bolletjes wol en strengetjes garen. Daar zat ook wit, grijs en zwart bij, maar óók een heleboel andere kleuren. Ze hield ze me voor. En toen had ik, voor ik het wist, mijn armen vol met wit, grijs, zwart, lila, paars en gemeleerde kleuren. Uiteindelijk vielen wit en zwart af en hield ik al de rest over.

Lapjes
De bloem die we uitgezocht hebben bestaat uit zes lapjes stof. Maar dan moet je die lapjes wél eerst zelf even maken. Van al het draad. Plukjes dakpansgewijs op elkaar leggen. Twee of drie rondjes. Dan gaat er een lap met gaatjes overheen en daarover sproei je warm water met zeepsop van groene zeep. Daarna rol je de boel op in plastic en dat rol je uit. Vier keer drie minuten, nadat je alles eerst weer los gemaakt en opnieuw ingerold hebt. Maar dan ben je er nog niet. Dan moet je het met een andere zeep invilten. Kneden en vormen. Dat lapje spoel je dan uit met warm water en daarna met koud water en dan gaat het nog voor een half uur een emmer met azijnwater in. De centrifuge haalt er daarna het meeste vocht uit en je lapje is klaar. En dat maal zes dus.

Duur
Ik begrijp inmiddels heel erg goed waarom zelfgemaakte spullen soms erg duur zijn. De tijd die je erin stopt is gewoon onbetaalbaar. Maar daarom heet het natuurlijk ook hobby. En je krijgt in het geval van vilten wel hele unieke eindresultaten. 

Ik las onlangs dat het zelf maken van dingen weer helemaal in is. Kan ook haast niet anders in deze dure tijden. Bovendien is zelfgemaakt ook best erg leuk. Het heeft wel wat. En zelfgemaakt is vaak nog duurzaam ook. Je bent nu eenmaal zuiniger met dingen waar je heel veel tijd in hebt gestopt. Ik wel tenminste.

Vervilten
Ik weet nog wel dat er vroeger zomaar truien werden weggekieperd, omdat ze te heet waren gewassen. Of überhaupt niet in de wasmachine hadden gemogen. Dan waren ze vervilt. Als ik al dat mislukte wasgoed bewaard had, had ik nu de wereld aan 'zelfgemaakte' (of verprutste zo je wilt) viltlappen gehad. Maar dat is dus niet zo. Dus mag ik ze nu zelf maken. In de hobbykamer van mijn vriendin. Dat is natuurlijk wel zo gezellig. Er staat alweer een afspraak ingepland. Ik moet nog bedenken wat ik dan ga maken. Mijn lila/paars/grijze bloem ligt nog te drogen. Die moet ik nog inelkaar frunnikken tot een eindresultaat.

Ik heb van mijn vriendin een tijdschrift meegekregen om ideeën op te doen. Voor het zelf vilt maken en verwerken tot iets moois. En mocht ik daar niet uitkomen, kan ik altijd nog de kast induiken en truien opzoeken die een interessante tweede ronde tegemoet kunnen zien ...


zondag 30 september 2012

Fronselen

Tussen alle drukke bedrijven door ben ik ijverig in de weer voor de jaarlijkse pompoenenmarkt. Die nadert met rasse schreden. Rasser dan ik kan bijwerken vermoed ik, aangezien er nog zo'n Appie Heijn tas of twee, drie vol staat met spul dat nog af moet.

Projectjes
Naast de inmaak van chutney en jam ben ik ook aan het breien en haken geslagen. Kleine projectjes, want het moet wel leuk blijven natuurlijk. Dus kom je al gauw uit op babyspul. Niet dat klein gefrutsel sneller werkt, want gepriegel kost vele malen meer tijd dan flinke lappen die je achter elkaar kunt produceren. Maar klein spul zie je wel sneller groeien tot wat het zou moeten worden. Volgens de beschrijving dan. En volgens de prachtige plaatjes in de boekjes. Ik durf te wedden dat de makers van al die pluizige bolletjes poetskatoen die tot knuffels of babyvestjes verheven zijn, er maaaanden over gedaan hebben. Dat kan gewoon niet anders. Afgaande op mijn eigen tempo dan.

Knuffels breien
Een week of twee geleden kreeg ik van een vriendin een boekje met knuffels om te haken en/of te breien. Scháttig. Echt waar. Op de plaatjes. Echt snoezig. Ik ben er meteen mee begonnen om het uit te proberen. En na een heleboel getel en nagetel bleek dat er gewoon een fout in de beschrijving stond, waardoor mijn uitprobeersel een buitenboordmodel dreigde te worden. Na de fout te hebben aangepast werd het wel wat. Mijn gezichtsloze kaboutertje met geknoopte armpjes en beentjes. Alleen, toen ik het gezicht moest formeren ( ik heb er echt geen ander woord voor in dit geval, want je moet het met vulspul in model zien te krijgen), stond er in de beschrijving dat ik het nekje eerst moest fronselen.

Vlaams
Nooit, echt nóóit van gehoord. En fronselen googelen is ook nog niet zo één, twee, drie gebeurd. Zelfs niet op Belgische sites, want het voorbeeldboekje bleek van Vlaamse makelij. Pas na héél veel speurwerk kwam ik er achter dat het een Vlaamse uitdrukking is voor rimpelen. Tsja. Dát had ik zelf kunnen bedenken. Maar deed dat niet. Of in elk geval te laat. De Belgen gebruiken wel vaker letterlijke woorden voor dingen die in mijn alledaagse leven heel anders heten.

Zo heb ik eens een recept voor een kwarktaart uit de oven aan mijn Belgische vriendin gegeven. Ze wilde hem gaan maken en kocht de ingrediënten. Maar helaas, het feest ging niet door. In heel België was geen kwark te krijgen. En dat was toch wel een essentieel onderdeel.

Toen ik niet lang daarna voor een paar dagen bij haar ging logeren, ben ik met haar meegegaan naar de supermarkt. Dat bestond toch niet: geen kwark in België te koop. We liepen linea recta naar het koelvak en ik plukte er meteen een flinke pot kwark uit. 'Ahhhh ... platte kaas !!!!!', riep ze uit.

Rijker
Maar goed, ik ben weer een woord rijker: Fronselen.

Vanmiddag had ik mijn Belgische vriendin op visite. Heel gezellig. Ik vertelde haar over mijn nieuwe Vlaamse woord. 'Ah ja. Fronselen.' Deed ze voor met haar voorhoofd. Duidelijk ja. Nu breek ik dus niet alleen mijn hoofd over mijn punnikwerkjes, ik fronsel het er ook nog bij ...

zondag 16 september 2012

Zondag

Het is zondag. Maar geef mij maar maandag, eerlijk gezegd. Zondag vond ik vroeger thuis al niks en tegenwoordig is dat niet heel veel beter.

Vloer
Op de eerste dag van de week werd vroeger bij ons thuis het huis met bezemen gekeerd. Letterlijk. De visite van de dag ervoor liet meestal wel sporen van aanwezigheid na, onder andere op de ongelijke natuurstenen tegelvloer. Bovendien hadden wij een kat, dus dat stofte en haarde best als je dat niet bijhield. Na het vegen werd er gestofzuigd en daarna gedweild. Dan glom de hele vloer weer antraciet glimmend en brak je bijna je nek als je niet oppaste en afgeleid werd door al dat schoons. Want, zoals gezegd: de vloer was ongelijk. Dat is hij nog overigens. Een volgende bewoner moet er mijns inziens eerst een egaliseerschuurmachine, of hoe zo'n ding heten mag, overheen halen. Hoewel de 'charme' van de oneffenheden uit de natuur dan natuurlijk wel verloren gaan.

Koffiepauze
Na het vegen, zuigen, dweilen van de vloer was er meestal eerst koffie. Met de restjes koek van de dag er voor. Daar kregen we dan altijd een schoteltje mèt servet bij. Want om nu de vloer meteen weer onder te kruimelen ...

En na de koffiepauze werden mijn zus en ik geacht aan het huiswerk te gaan, of anderszins nuttig bezig te zijn. Mijn vader bekeek dan meestal een Krimi uit de oude doos op een Duitse zender. De zeer oude doos, mag ik wel zeggen, met fenomenen als Heinz Rühmann. Ja, ik kan het ook niet helpen dat die man zo heette. Als kind heb ik heel wat Duits gezien op teevee. Al was het maar omdat ik dat interessanter vond dan mijn huiswerk. Of poetswerk. Want vaak ging mijn moeder aan de tafel het koper en/of zilver zitten poetsen op zondagmiddag. Met een schuin oog op Heinz en consorten.

Rommelig
Zondag is ook nu vaak een rommelige dag bij mij. Behalve als er iets werkgerelateerds te doen is, ben ik meestal ook wel huishoudelijk bezig. De wasmachine heeft een paar keer ijverig staan draaien en mijn wasrek hangt weer overvol. En, geheel in navolging van mijn moeder, doe ik vaak op zondag ook 'iets extra's'. Zonder meneer Rühmann. Ik kan geloof ik niet eens een Duitse zender krijgen via mijn abonnement. Maar ik heb me er ook nog niet heel erg in verdiept.

Kleefpasta
Momenteel staat er een pan chutney te pruttelen. Als extraatje. Ik heb net lege potjes uit de hete soda gehaald en ze goed afgespoeld. Staan ze maar vast klaar als de chutney op smaak en op dikte is. Maar oh-oh wat een ellendige potjes had ik deze ronde. En ik vond ze nog wel zo leuk, van dat Italiaanse merk. Past net zo mooi bij chutney, had ik bedacht. Alleen zaten de etiketten, die er normaal gesproken zó affloepen door de soda, er dit keer muurvast op verkleefd. Eindelijk waren de etiketten eraf, maar het plakspul nog niet. Ik heb geloof ik wel 40 minuten in de keuken staan soppen en boenen op de lege potjes. Het leek verdraaid wel koper poetsen, zoveel 'body' moest ik er op zetten. Totdat ik het lumineuze idee kreeg om er een mesje bij te pakken. Toen verdween de kleefpasta als sneeuw voor de zon. Had ik dat maar eerder bedacht. Maar ach, je moet wat te doen hebben hè, zo op een zondag ...

Morgen is het gelukkig weer maandag. Ik hou van 'gewoon' !

zondag 2 september 2012

Dieven

De weduwe van mijn vader klonk een beetje paniekerig door de telefoon. Er zat politie bij haar binnen, omdat er zojuist was ingebroken.

Ingebroken
's Avonds, toen ik even naar haar toe ging, kreeg ik het hele verhaal te horen. Ze had in de tuin gewerkt en de achterdeur open gelaten. Ze was immers thuis, al was ze dan in de tuin. Toen ze naar binnen ging om iets te drinken, kwam ze hem in de woonkamer tegen. Hij kon het huis alleen maar weer uit, zoals hij erin was gekomen. Via de achterdeur. Dankzij mijn vader zaliger, die het huis hermetisch heeft afgelsoten bij alle ramen en deuren, behalve dus de achterdeur. Die noemden wij thuis dan ook oneerbiedig  'de artiesteningang'. 

"Een heeele aaardige jongen". Hij had zó'n lief gezicht! En hij zei meteen "Ik doe u niks mevrouw, ik wil alleen maar weg." 'Ik had hem wel koffie willen aanbieden, dan hadden we het er over kunnen hebben, maar hij was weg voor ik er erg in had." Aldus de weduwe, die ondanks haar zwarte band in judo, te verbouwereerd was om andere actie te ondernemen, dan hem koffie te willen aanbieden. "En hij heeft echt heel keurig 'gewerkt'. Overal in huis zijn nette stapeltjes en hij heeft eigenlijk helemaal geen rommel gemaakt. En weet je waar ik de meeste schik in heb? Hij heeft mijn nep-portemonneetje gevonden!! Die ligt voor het grijpen in de la. Een hele dikke portemonnee. Met allemaal blanco papiertjes en eentje met een opschrift: "U bent gefopt dief! En u staat ook op de foto!" Leuk he ??!! "

Oh well, gelukkig ziet ze er de 'humor' van in. Het had heel anders kunnen aflopen natuurlijk. En hij is er met maar een kleine buit vandoor. Maar toch!! En op klaarlichte dag!!

Pikken
En nu hebben wij dieven in onze tuin. Hele kieskeurige dieven. Die 'werken' ook aardig netjes moet ik zeggen. Én we zien ze. Op klaarlichte dag. Ze keren regelmatig terug. De merels hebben onze druiven ontdekt. Ze pikken er zorgvuldig de roodgerijpten tussenuit. Ze kijken schuw en schuldbewust naar binnen als ze op de pergola rondhangen, om vervolgens met een mooie ronde druif in hun bek weg te fladderen. Ja, we zien ze. En we hebben er wel lol in ook. We hoeven ze geen koffie aan te bieden. Hun buikjes zijn al rond met druif. En er hangen er toch genoeg. Hoewel ze wel hard gaan zo. Maar ach, merels kunnen volgens sommigen geen boodschappen doen bij de Appie Heijn. Hoewel ik daar mijn twijfels over heb, want er hangen er genoeg rond bij 'onze' Appie. Bij de afvalcontainers wel te verstaan. Merels, kauwtjes, gaaien en ander fladderend gespuis.

Dieven
En nu moeten wij eigenlijk nodig zelf op het dievenpad. Achter in onze eigen tuin. Daar heb ik 'experiment tomatenstruik'. Het struikt er best, maar het tomaat er voor geen meter. Nu heb ik ergens gelezen dat je tomaten op tijd moet 'dieven'. De bloemetje eruit en de takken daarna insnoeien. Dan schijnen ze het wél te doen. Maar ik heb geen flauw idee van tomatentuinieren. Dus ik doe maar wat. En ik ben kennelijk geen goeie dievegge. Want er hangen alleen maar een paar kleine zielige groene tomaatjes, daar waar het label trossen vol rode, sappige vruchten belooft.
Misschien kan ik bij die aaardige jongeman in de leer, of bij de merels in mijn tuin. Zij weten kennelijk opperbest hoe dat moet. Dieven.

Associatie
En verder heb ik een binnenpretje dat naar buiten komt, als ik al het diefgebeuren associeer met een boek dat ik ooit heb gelezen. De kantelen kantelen, met de klemtoon op de tweede lettergreep bij het eerste woord (kantélen) en op de eerste bij het tweede woord (kàntelen). 
Geschreven door Olaf J. de Landell, waar in zijn boek een jonkvrouwe verrast wordt door een charmante dief, die haar volledig inpakt (waar heb ik dat eerder voorbij zien komen?). Hij spreekt zoetgevooisd tegen haar en doet alsof hij van niks weet en zeker geen kwaad in de zin heeft. Op een gegeven moment verzucht de jonkvrouwe "U lijkt wel een dichter!" Waarop de vriendelijke dief haar geheel naar waarheid antwoord: "Nou, ... eigenlijk ben ik meer een opener..."

vrijdag 24 augustus 2012

Bramaas

Af en toe ging ik logeren bij opa en oma. Ze woonden redelijk dichtbij, dus een hele grote wereldreis was dat niet. Hoewel je het als kind natuurlijk heel anders beleeft. Dan is uit logeren reuze spannend. Ookal is het bij wijze van spreken om de hoek.

Opa en oma's
Ze woonden wel twéé dorpen verderop. Mijn opa en oma. Ik had ook nog een andere oma, maar die woonde bij ons in. Zij was eigenlijk een soort van tweede moeder voor mij. Ik ben grotendeels door haar opgevoed, omdat mijn beide ouders werkten. Maar opa en oma H., vernoemd naar de plaats waar zij woonden, waren het soort opa en oma dat vroeger gangbaar was. Ze kwamen op verjaardagen en andere feestelijkheden en af en toe zomaar in het weekend. Ik zag ze regelmatig, maar ook weer niet te vaak, waardoor het bijzonder was als zij er waren. Of wij naar hen toe gingen.

Er op uit
Van mijn logeerpartijen herinner ik me vooral dat er geklust moest worden. Mijn opa was een ouderwetse 24-uurs predikant en als hij al thuis was, dan was dat 's avonds laat. Mijn oma vermaakte mij overdag in haar uppie. En dat deed zij op geheel eigen wijze. 's Morgens werd er in huis gewerkt. En 's middags trokken wij er op uit. Dat er op uit trekken bestond voornamelijk uit naar het bos gaan, waar zij praktisch in woonde. In de zomer zochten wij dan naar bramen en in de herfst naar cantharellen. Met beiden kwamen wij in overvloed thuis. En dan werd er iets mee gedaan. De cantharellen werden avondeten, totdat mijn vader daar achter kwam. Toen was het afgelopen met het eten van de eigen gezochte paddenstoelen. Stel je voor dat oma zich zou vergissen in een goudgele zwam.

Bramen
Heel wat veiliger waren de bramen. Het wemelde ervan op de plek waar zij woonde. In mijn beleving liepen we uren door het bos, om vervolgens met zakken vol bramen weer thuis te komen. Dan werd daar jam van gemaakt, of bramensoep. Jawel! Soep! Een zoete soep van bramensap, waar stukjes blanke appel in ronddreven en griesmeelballetjes. Ik heb het wel eens zelf geprobeerd na te bootsen, maar het lukt me niet om de smaak van oma er aan te krijgen. Dus houd ik me bij de jam. Want waar mijn oma vroeger woonde, daar woon ik nu. Zo ongeveer. Het bos is behoorlijk ontgonnen, maar er staan nog best veel bramen. En elk jaar ga ik een paar keer een rondje doen, gewapend met een bak waar ongeveer een kilo bramen in kan.

Rijk
Toen ik hier pas woonde en de voortzetting van de bramenpluktraditie begon, logeerde één van mijn neefjes een keertje bij me. Hij had een vriendje opgedoken, die ook in de buurt logeerde en die hij bij het buitenspelen was tegengekomen. Daarna speelden ze voornamelijk in ons huis en in onze tuin. Ik denk vooral voor de ijsjes, pakjes drinken en zakjes chips. Ze kwamen daar regelmatig om 'vragen'. Eén van die keren was ik bezig met het schoonwassen van een rondje versgeplukte bramen. 'Zo hé! U bent rijk! Moet je kijken, al die bramaas!!', riep het speelkameraadje uit. Sindsdien noem ik ze, heel solidair en in huiselijke kring, ook bramaas. En ja, ik bén rijk. Al die bramaas geeft een heel rijk gevoel. Dat je ze nog steeds zo maar kan plukken en er dan iets van kan maken. En het geeft me een rijk gevoel, omdat ik, als ik ze pluk, vaak terugdenk aan mijn oma. Die me de liefde voor het plukken en tot jam verwerken heeft bijgebracht.

Ik heb er net weer een rondje op zitten. Ik spaar ze op, de bramaas. Totdat ik er genoeg heb om een aantal potjes jam van te koken. Ze liggen er schoongewassen in de vriezer op te wachten. En verder waag ik mij, behept met de genen van mijn vader, maar niet aan het zoeken naar cantharellen ...

vrijdag 17 augustus 2012

Zandvoort

Af en toe gaan we naar Zandvoort. Niet om te bakken in het overvolle strandzand, maar om te slenteren door het uiterst toeristische dorp. Bij voorkeur buiten het drukke seizoen om. En vooral als het stormt. Dan is de zee zo woest en zo prachtig. Maar soms gaan we ook als er zomerse temperaturen heersen. Alleen dan wel als iedereen op het werk of op school zit en er alleen een handjevol verdwaalde Duitsers rondbanjeren.

'Het Beste'
Er is altijd wel wat te zien en er gebeurt altijd wel wat in Zandvoort. Ooit, heel, heel lang geleden, heb ik een onwaarschijnlijk, maar toch echt gebeurd verhaal opgestuurd naar 'Het Beste', de Nederlandse versie van 'Reader's Digest'. Ze waren toen op zoek naar waargebeurde, onwaarschijnlijke verhalen en je kon er een boekenbon van 25 gulden mee winnen als jouw verhaal geplaatst werd. Mijn verhaal is uiteraard nooit geplaatst. Waarschijnlijk tè onwaarschijnlijk. Of gewoon te middelmatig, dat kan ook.

Quenies
Het speelde zich af bij 'Quenies'. Dat bestaat inmiddels allang niet meer en is vervangen door een soort van restaurant waar ze DE koffie tappen. Althans, dat staat luid en duidelijk op de voorgevel. Maar 'Quenies' was een poepchique tent. Met hele redelijk prijzen. Je kreeg je eten geserveerd door een knikkende butler-achtige chef-kok. Op zo'n grote schaal met een zilveren deksel er op. Pas aan tafel werd die deksel er met veel zwier vanaf getild en dan lag daar zo'n minuscuul muizenhapje op. Maar wèl heel erg lekker. We zijn er overigens maar één keer geweest. En kennelijk gold dat voor meer mensen, aangezien de zaak er niet meer is. Ze waren wel heel vernieuwend voor die tijd, begin jaren '90. Er werd zichtbaar achterin de zaak gekookt en alle ingrediënten lagen tentoongespreid als een soort van rauw buffet. Daar werd je niet geacht langs te komen, maar kennelijk moest het versheid uitstralen.

Kookwekker
Aan het tafeltje naast ons zat een gezin met oma. De kinderen zeurden om patatjes, die niet op de kaart stonden en oma deed haar best andere zaken aan te prijzen. Toen iedereen naast ons besteld had, ging er plotseling een kookwekker af. Het ding bleef hardnekkig rinkelen. Iemands gerecht was klaar. Dàchten we. Want na het aanhoudend gerinkel kwamen één voor één de koks, annex obers, door de zaak heen. Zoeken. Speuren. Kennelijk waren alle ovens leeg, maar was er érgens nog iets vergeten. Omdat de kookwekker niet gevonden werd, bracht dat nogal wat onrust. Oma vroeg waarom er zo'n commotie was. 'Omdat er een kookwekker afgaat die niemand kan vinden, oma', zei één van de kinderen. Waarop oma haar handen in de lucht gooide, 'Oh !!! mijn medicijnen!!!', riep en vervolgens een duik in haar handtas nam om het vermaledijde ding uit te zetten. Vol verbazing keken haar kinderen en kleinkinderen haar aan. 'Ja', zei oma, ik vergeet ze vaak, maar zo'n wekkertje biedt uitkomst.' 'Ja maar, u hóórt het geeneens als hij afgaat!', reageerde een verbijsterd kleinkind. 'Kijk', zei oma, 'dat is nu juist het aardige kind: er is namelijk altijd wel iemand in de buurt die me er op attendeert dat mijn kookwekker afgaat.'

Afgelopen woensdag zijn we met een grote glimlach om de herinnering langs het voormalige 'Quenies' gelopen. Op zoek naar een leuke strandtent om iets te eten. Iets waar ze óók patat serveren. En uitzicht hebben op de zee.

dinsdag 14 augustus 2012

Tijdlijn

Op Facebook wordt er regelmatig aan gerommeld. De tijdlijn. Ik snap niet zoveel van al die technische hoogstandjes. Of laagstandjes, zo je wilt. En ik ben niet de enige ook, zo te lezen aan de reacties op Facebook. Hoewel medegebruikers er wellicht meer van snappen dan ik hoor. Alleen zijn zij het niet eens met de veranderingen die voor verbeteringen doorgaan. Ach ja, niet iedere verandering is ook daadwerkelijk een verbetering natuurlijk.

Krabbels
Ik vind het overigens wel geinig, om af en toe die tijdlijn eens te bekijken. Ik ben meestal blind voor de vernieuwde franje instellingen en heb vooral oog voor alles wat er inhoudelijk op staat. Ik ben sinds 2009 'lid' en sindsdien staat er wel het één en ander op mijn tijdlijn. Bij de meeste foto's en geuploade you tubes heb ik wel een 'oh ja' momentje. Want eerlijk is eerlijk, ik vergeet ook best veel van alle zin en vooral onzin die ik met de wereld via Facebook deel. Overigens heb ik niet de illusie dat mijn krabbels alleen onder vriendenogen komen. Ik bedoel: ik hoef maar iets te schrijven en ik krijg 'spontaan' allerlei aanbiedingen te zien in kantlijnen, die zijdelings op mijn uitroepingen slaan.

Sentimenteel
Ik word soms ook wel een beetje sentimenteel als ik mijn tijdlijn bekijk. Er gebeurt best veel in een mensenleven. En mijn Facebook deelname is pas vanaf 2009. Ikzelf ga al heel wat jaartjes langer mee, dus kan je nagaan. De meeste dingen zijn inmiddels wel aan mijn herinneringen onttrokken. Hoewel ik soms wel associaties heb en dan plotseling weer flarden van vroeger in mijn hersenpan zie. En dat haalt meestal dan wel weer andere dingen naar boven. Ik mijmer heel wat af als ik niet oppas.

Levenstrein
En het zet me ook wel aan het denken. Zo'n geforceerde tijdlijn. Ze zeggen wel eens dat sommige mensen vlak voor ze doodgaan hun hele leven als een trein aan zich voorbij zien glijden. Ook als een soort van tijdlijn zeg maar. Ik kan er niet over meepraten. Heb ook nog lang geen ambities die kant op. Maar wie wel?! Ik heb me alleen wel eens afgevraagd wat ik in míjn trein voorbij zou zien rijden. Hopelijk zijn het goede dingen. En herinner ik me niet de momenten dat ik stierlijk vervelend was, of erger nog, anderen op welke manier dan ook tekort heb gedaan. Want op het moment dat je die trein ziet, kan je daar natuurlijk niks meer mee.

Bijzonder
Als ik mijn tijdlijn van Facebook moet geloven, zie ik vooral veel bijdehante quotes. En bijzondere filmpjes. Dat zijn echter wel allemaal dingen die ik weliswaar heel leuk vind, maar bijna nooit zelf verzonnen heb. Die wetenschap geeft me toch ook een andere kijk op de tijdlijnen van anderen. Want uiteraard doe ik wel mee aan sneak views. De tijdlijn van een ander is minstens zo leuk, zo niet leuker als die van mijzelf. Voor zover ze me op hun tijdlijn toelaten dan. Want sommigen schijnen wèl heel goed te weten hoe de techniek van Facebook werkt. Maar waar ik er bij kan, krijg ik een kijkje achter de schermen in andermans of -vrouws leven. Soms verandert dat ook wel mijn mening over iemand. Want natuurlijk hebben we allemaal een mening over anderen. En zo'n tijdlijn heeft daar best invloed op. Bijvoorbeeld als je ziet wat een ander zegt leuk te vinden. Maar ... als ik dan weer terugkeer naar mijn eigen 'logboek', dan vertekent dat ook wel een beetje. Want wat je léuk vind, hoef je nog niet zelf te zijn. En wat ik bewonder bij een ander, hoeft mijzelf helemaal niet te passen. Kortom: tijdlijnen zijn soms erg krom. Want zo'n lijn zegt eigenlijk niet zoveel over je, maar kan wel vanalles suggereren. En het levert je van tijd tot tijd een heleboel spam op. Ook dat nog. Van aanbiedingen waar je helemaal niet op zit te wachten. En dan snap ik opeens het gemopper van mijn medefacebookers wel.

Snuffelen
En toch blijf ik op die tijdlijnen snuffelen en er aan meedoen. Ik ben er denk ik nieuwsgierig genoeg voor. Alleen realiseer ik me wel dat anderen dat ook bij mij doen. Ik zal het best uit kunnen zetten, maar, zoals gezegd, ben ik niet van de technische hoogstandjes. Bovendien stop ik mijn tijd liever in andere zaken dan het uitvogelen van de Facebooktechnieken. Dus zal ik minder onzin moeten posten denk ik. Hoewel de onzin het wel allemaal leuker maakt. Het gaat in het leven al genoeg over ernstige zaken. En af en toe is het onzinnige dan een aardige afwisseling. Zo'n tijdlijn mixt het aardig voor me. Bovendien kan ik nog eens teruglezen wat ik allemaal heb uitgekraamd. En kan ik nog eens terugzien wat ik ooit allemaal leuk vond. Alle van anderen overgenomen quotes en you tubejes.

Behalve mijn blogs dan. Die verzin ik wèl allemaal zelf...


zondag 5 augustus 2012

Kledingkast

Het stond al een poosje op de nominatie. Het opruimen van de kledingkast. Mijn deel althans. Want het deel van Ronald is overzichtelijk genoeg. Voor hem hebben we een nieuwe garderobe moeten aanschaffen nadat hij 55 kilo was afgevallen. Mede dankzij de maagoperatie is dat wel permanent, dus kon alles wat er hing en lag weg en was er opeens heel veel ruimte voor nieuw. Lang leve de uitverkoop. En lang leve zijn deel van de kasten. Keurig. Ik kan niet anders zeggen.

Rommeltje
Maar mijn deel is een rommeltje. Dat komt omdat ik teneerste lastig kan weggooien. Ik heb aan al mijn bezittingen wel sentimentele waarden kleven. Vooral dingen die ik nog 'van vroeger' heb, of bijvoorbeeld nog samen met mijn moeder heb gekocht. En ten tweede heb ik kleding in meerdere maten. Want je weet maar nooit of ik er weer in ga passen. Of dat ik de te groot geworden maten nog een keertje ernstig nodig ga hebben. Dus gaat een deel van mijn kledingkastruimte verloren aan 'de kast van ooit', zoals een vriendin van mij dat noemt.

Bezem
Maar af en toe moet de bezem er door. En de stofdoek en de stofzuiger. Dan wordt de kast met bezemen gekeerd zeg maar. Dat is altijd een beste klus, maar ook wel soort van leuk. Want ik kom steevast kleding tegen waar ik het bestaan niet meer van wist. Soms zelfs nog nieuw, compleet met (afgeprijsd) kaartje. En omdat mijn smaak niet heel erg fluctueert, in tegenstelling tot mijn maat, ben ik meestal wel blij met de hernieuwd gevonden kledingvoorwerpen.

Fenomeen
Een bijzonder fenomeen blijft wel, dat ik altijd van de uitgezochte stapels kleding drie verschillende vuilniszakken overhoud. Eentje die linea recta de grijsbak in kan, eentje waar ik een Humana container voor moet zien te vinden, want die dingen lijken zich bij mij in de buurt altijd te verplaatsen en eentje die me nog veel meer tijd gaat kosten dan het uitzoeken al deed. Omdat ik daar wat van op Ebay probeer te slijten. En als het dan niet verkoopt, gaat het alsnog naar de Humanastortplaats.

Ebay
Eigenlijk is het gekkenwerk, dat Ebay gedoe. Want je moet alles uithangen en van meerdere zijden op de foto zien te krijgen, vooral de interessante details van zo'n kledingstuk. Dan moet je een heel formulier per kledingstuk invullen en een eigen beschrijving geven van je koopwaar. Daarna moet je uitzoeken hoeveel de porto gaat worden voor het te koop aangeboden kledingstuk en daarna moet je de startprijs voor het bieden bepalen. Ik houd mijn startprijs meestal op € 0,99 , dan heb ik nog een béétje kans dat het verkoopt. En áls het uiteindelijk dan verkocht wordt, moet je het netjes inpakken en naar het postkantoor brengen. Eigenlijk is het die euro winst (want heel veel meer krijg ik er in de regel niet voor) totaal niet waard. Maar het is de sport zullen we maar zeggen. Want het is o-zo-leuk als je op de statistieken kunt zien dat diverse mensen je kledingstuk volgen en dat sommigen er zelfs op bieden.

Maar hoe het ook zij, mijn kleding is voorlopig weer uitgezocht en ligt in keurige stapeltjes en op maat te wachten, totdat ik het ga aantrekken. Of totdat ik het bij een volgende opruimronde alsnog in één van de drie vuilniszakken deponeer. Want ik weet nú al dat ik een aantal teruggelegde kledingstukken nooit (meer) aan ga doen. Ik kon er alleen vandaag nog even geen afscheid van nemen ...


vrijdag 27 juli 2012

Neefjes

In het noorden van Nederland bedoelen ze met neefjes muggen. Waarschijnlijk omdat neef van oorsprong bloedverwant betekent. Maar daarmee houdt de vergelijking ook wel op. Hoewel ... neefjes kunnen je, net als muggen, aardig van je nachtrust afhouden.

Nachtrust
Dat doen ze niet expres. Die neefjes van mij. Maar als ze er zijn slaap ik nu eenmaal onrustig. Dan ben ik er 's nachts gewoon minimaal twee keer uit om in de logeerruimte de in elkaar gepropte dekbedden weer glad te trekken en ondersteboven liggende ledematen weer recht te duwen. Alles héél behoedzaam uiteraard, want ze zouden er eens wakker van worden ... Dat doen ze gelukkig niet. In de regel slapen ze rustig door en weten ze er 's morgens niets van dat ik over hen gewaakt heb. En zo hoort het ook.

Energie
Vorig weekend had ik er twee over de vloer. Neefjes. De twee jongsten. De allerjongste is inmiddels alweer 8 en zijn broer die met hem mee op logeerpartij was is 16. Maar ze zijn nu eenmaal de twee jongsten. En zo gedragen ze zich ook. Het zijn af en toe net een stel jonge hondjes. Man-o-man wat hebben die boys een hoop energie. Op een gegeven moment hebben we ze letterlijk een paar rondjes in de tuin laten hollen. Daar deden ze uit zichzelf nog opdrukoefeningen bij. Tot grote hilariteit, want één van de twee kwam voor geen millimeter van de grond. Zit in het kind zijn genen. Kan hij niks aan doen. Zijn tante krijgt het ook maar niet voor elkaar. Dat opdrukken.

Programma
Verder bestond het weekendje met de neefjes uit het kijken van een Star Wars dvd, pizza eten uit de doos, met daartegenover een loeigezonde maaltijd met spruitjes (lievelingsgroente van één van de twee en in dit seizoen alleen in diepvriesvorm verkrijgbaar), worteltjes, komkommer (door henzelf meegenomen omdat ik vergeten was er eentje in de boodschappenkar te deponeren), gehalveerde rundervinkjes, rösti en opgebakken krieltjes. Oh en danoontje voor kids toe. Want daar zijn ze natuurlijk nooit te oud voor. En verder moest het terrein waar ik woon natuurlijk uit en te na verkend worden. Kinderboerderij, speelplein bij de school, vleermuizentoren. Heel spannend allemaal.

Grote Pietenhuis
Maar het allerspannendste was natuurlijk een bezoekje aan het Grote Pietenhuis. De jongste is nog een uitgesproken believer. Schattig. Ook schattig hoe mijn uitleggingen, waar overigens geen woord van gelogen was, er als zoete koek in gingen. Nee, Sinterklaas is hier nu niet. Nee, dus hoeven de rode gordijnen er nu ook niet te hangen. We zijn nu gewoon kantoor aan de binnenkant van het gebouw. Dus hoeven we nu ook niet binnen te kijken. Sinterklaas is er toch niet. En als de Sint in het land is, dan mogen wij natuurlijk niet in zijn kamer komen. Dat kan ook niet, want er staan dan overal pieten op de uitkijk. Echt geen woord van gelogen. En het begripvolle, peinzende koppie van hoe dat dan zat was uitgesproken priceless.

Toen ze werden opgehaald wilden ze eigenlijk wel meteen weer voor dit komend weekend boeken. Maar dat stellen we nog even een weekje of drie, vier, vijf uit. Ik heb namelijk sinds vorig weekend een aantal smsjes te pakken van de twee grote pubers met halve aanhang. Ze vinden dat zij nu wel weer aan de beurt zijn. En gelijk hebben ze.

Tante zijn is heerlijk !!


zondag 15 juli 2012

Eéndagsvlieg

Je zal maar een ééndagsvlieg zijn en je dag niet hebben. Aan de andere kant ben je er dan ook gauw vanaf. Van alles wat niet lukken wil. Van gedoe. En van dingen die zo hoognodig moeten.

Routine
Meestal richt ik de dagen aardig routinematig in. Weet ik wat ik allemaal moet doen. Maar soms wordt dat doorbroken met dagen dat ik nauwelijks iets hoef. Nou moet je niet denken dat ik daar heel vrolijk van word. Want dat is dus niet zo. Ik hecht aan het wegwerken van mijn to-do lijst. Van dingen wegstrepen die gedaan zijn. Als ik opeens vrije tijd heb, dan zijn er namelijk té veel dingen die ik leuk vind om te doen. En dan kan ik niet kiezen. Dan ben ik met het ene bezig en bedenk ik hoe het geweest zou zijn als ik het andere gedaan had. Ik ben een lousy ontstresser.

Hortensia's
Lezen is leuk, maar borduren of breien ook. Gamen is misschien nóg leuker. Of één van de nog steeds ingesealde dvd's kijken. Of misschien toch iets knutselen van de bloeiende hortensia's. Dat laatste heb ik vandaag geprobeerd. Nee, je krijgt geen home-made frutsel te zien op een fraaie foto. Want het is totaal mislukt. De regen heeft de bloemknoppen slap gemaakt. En ijzerdraad deed de fragiele bloemstengels alleen maar afbreken. Ik had een paar laag-bij-de-grond hangende takken een verlenging van hun bloemenleven op mijn tafel gegund. Fraai opgestoken in een krans en een glazen potje met waxinelichtje in het midden. Maar de afgeknipte stengels liggen nu in de groenbak. En mijn tafel is leeg.

Statistieken
Tussen het draaien van drie wasmachines door, wilden de scrabblewoorden ook niet in mijn gedachten komen. En mijn Rumblestatistieken zijn abominabel slecht en ver van de top 25 verwijderd. Daar maak ik dan wel weer anderen blij mee, hoop ik. Want die winnen telkens. En dat is dan weer goed voor hún statistieken. Maar voor mij was het vandaag uitgesproken pet.

Renpaard
Nou hoef je niet altijd uit te blinken in wat je doet. Het verhaal van Haru Urara, een Japans renpaard, kwam tijdens mijn nutteloos gelanterfanter weer bovendrijven. Haar naam betekent 'heldere lentebries'. En dat is toepasselijk, want in haar leven wil het maar geen zomer worden. Net als hier in Nederland overigens. Maar dat is een heel ander verhaal. Haru Urara heeft nog nooit één wedstrijd gewonnen. Sterker nog: van alle 106 wedstrijden die ze gelopen heeft, heeft ze er 106 verloren. Ze heeft het nu over een andere boeg gegooid en speelt mee in een reclamespotje voor een Japanse supermarktketen. Sinds haar actricecarrière moedigen kinderen en hun ouders haar aan op de renbaan. En ze zetten hun geld niet in op haar winst, maar op haar verlies. Keer op keer doet ze haar uiterste best en loopt ze zo hard ze kan. En dat is even belangrijk, zo niet belangrijker dan winnen. Ze is in Japan het symbool geworden voor 'veel geluk'. En nu zijn er plannen om een verfilming van haar leven te maken. Het over haar geschreven liedje 'Ooit zal ik winnen' is inmiddels een tophit in Japan.
 
Vandaag had ik mijn dag niet. Dat moge duidelijk zijn. Maar morgen is er weer een dag. En in tegenstelling tot de ééndagsvlieg, valt er voor mij nog heel wat van te maken. Zelfs bij de woordenspelletjes ...
 
 

maandag 25 juni 2012

Souvenirs

Om de één of andere reden nemen we souvenirs mee naar huis als we op vakantie zijn geweest. Herinneringen aan hoe het was waar wij waren. Soms zijn dat etenswaren, maar die gaan natuurlijk op. Tenzij je ze laat verstenen na verschimmeling. Maar meestal gaat het om tastbare prullaria die je van eeuwigheid tot amen bij je houdt. Ergens in een la of kast. Heel duurzaam. Dat wel.

Duur
De keren dat wij vroeger op vakantie zijn geweest waren telkens van korte duur. Mijn moeder was verloskundige en in haar tijd waren er nog geen maatschappen en uitwisselbare werktijden. Als zij er even tussenuit wilde, dan moest zij maanden tevoren op zoek naar vervanging. De helft van het te besteden vakantiegeld was al op nog voor wij de straat uitreden. Aan waarnemingskosten. En dan hoopte mijn moeder dat er bij terugkeer tenminste een paar bevallingen geweest waren. Maar soms was dat ook niet het geval. Dan viel de vakantie dus extra duur uit.

Duitsland
Wij gingen dan ook altijd zoveel mogelijk buiten het hoogseizoen om. Naar Duitsland. Mijn moeder was weliswaar in Nederland geboren, maar van Duitse genen. Zij sprak de taal. En dat was handig. Voorjaar of najaar vond je ons in het Teckelenburger land, in het Sauerland of in de Hümmling. Niet al te ver over de grens, maar wèl in het buitenland. We sloften het ene interessante buitenhuis na het andere af op van die vilten slippers, waar je meteen de vloeren van die buitenverblijven mee poetste. Dan hoeven de eigenaren er alleen maar wat boenwas tegenaan te gooien en de toeristen doen de rest. En kerken. Die bezochten wij ook. Verder ken ik de Duitse Wildstrasse op mijn duimpje. Wildparken waar de herten en zwijnen vrij rondlopen. En waar je aan elkaar geklonterde smurrie kan kopen dat wel wat weg heeft van houten kralen. Daar kan je het wild dan mee voeren áls je wat tegenkomt. En vanaf hoge houten torens kan je kijken naar de specialiteit van zo'n Wildpark. Wolven, beren, roofvogels. Elk park heeft wel wat aparts om bezoekers te trekken.

Bedeltjes
En van al die bestemmingen kreeg ik als kind van mijn ouders een souvenir mee. In de vorm van een bedeltje. Een geemailleerd wapenschildje op blik, met de naam van de bezochte plaats erop. Mijn zus en ik hadden zoveel van die bedeltjes, dat we er twee armbandjes voor nodig hadden. Inmiddels liggen bij mij alle bedeltjes los in een doosje en zijn de wèl echte zilveren armbandjes in hergebruik.

Ik heb de gein van die bedeltjes eigenlijk nooit zo kunnen inzien. Ik had meer met plakplaatjes en ansichtkaarten. Of met snuisterijtjes. Of nóg leuker: met van die plastic eieren die je uit een 'gokautomaat' kon halen voor een paar Duitse pfennigen. En als je dan mazzel had, dan zat er een ring in zo'n ei. Ook van een soort blik, met een felgekleurd plastic 'steentje'. Ik heb er nog twee. Een blauwe en een gele. Prachtig!!

Munten uit Parijs
In Parijs ontdekte ik een geheel andere vorm van souvenirs verzamelen. Bij iedere plek van waarde voor toeristen staan niet één, maar twee 'gokautomaten'. Voor gedenkmunten. Ook van blik. Goudgekleurd blik. Á 2 euro de munt. Je kan twee soorten munten sparen als je dat wilt. Dan ben je dus zomaar 4 euro per keer verder. Bij de balies, als die er al zijn, van de souvenirshops kan je dan speciale albums aanschaffen. Á 10 euro per stuk. En daar kunnen dan een stuk of wat van die munten in. Ze verkopen daar die munten ook los, maar dan zijn ze een dubbeltje duurder. Misschien omdat je ze 'uit de hand' krijgt, in plaats van dat het uit een automaat rolt. Óf je betaalt voor het papieren zakje. Dat kan ook. In elk geval weten ze er in Parijs wel munt uit te slaan. Létterlijk.

Herinneringen
Ik heb me er niet aan gewaagd. Wel heb ik een koelkastmagneetje gescoord. Gratis gekregen van het congres van mijn nicht dit keer. Van de Eiffeltoren. Grappig. De enige attraktie waar ik níet geweest ben is de Eiffeltoren. En die prijkt nu op mijn koelkast. Ik heb hem natuurlijk wèl veelvuldig gezien. Daar kom je niet omheen in Parijs. Van elk Europees land waar mijn voetstappen liggen heb ik zo'n koelkastplakker. Vergis je niet, die lopen ook op tot 5 euro per stuk of meer. En verder heb ik herinneringen in mijn hart meegenomen. En in mijn hoofd. En ik probeer nu al die indrukken te verwerken in blogs. Heb ik onderhand mijn eigen 'album' met vakantieherinneringen. En als ik dan tóch naar tastbare herinneringen van vakanties verlang, heb ik altijd mijn voorraadje blikken wapenschildjes nog ...

donderdag 21 juni 2012

Violist

In de metro's van Parijs wordt je af en toe getrakteert op muziek van een straatmuzikant. Het waren er wel veel minder dan ik gedacht had, maar misschien is het toeristenseizoen ook nog niet echt begonnen. Bovendien regende het geregeld en dan worden die instrumenten natuurlijk nat en raken ze ontstemd.

Galm
Het galmt anders wel behoorlijk in die metro's. Je loopt heel Parijs ondergronds door als je lijn 13 of 9 moet zien te bereiken, vanuit mijn startpunt van lijn 1. En zo ondergronds hoor je van verre de harmonieuze en minder harmonieuze klanken. Het is nog een hele kunst om ze te vinden. Want geluid draagt overal naar toe. En op goed geluk ga je er niet op af, want daar kom je niet voor zo onder de grond. Je komt voor de eerstvolgende metrotrein. En het geluid van zo'n trein overstemt iedere poging tot melodie.

Violist
Ik ben twee keer een radioblaster tegengekomen, met een jongeman die daar acrobatische toeren bij uithaalde. Heb één keer een soort van oudere cowboy, compleet met hoed, op een gitaar horen rammen en besefte in de metrotrein pas dat het een eigen interpretatie van 'Hotel California' moet zijn geweest. Verder heb ik één keer stilgestaan bij een cello met dame, in die volgorde, want de cello was vele malen groter en imposanter dan de dame. Maar ze haalde er een knap stukje muziek uit. En gezien de cd's op de grond die ze probeerde te verkopen, haalde ze regelmatig een knap stukje muziek uit die cello. Én ik heb een keer stil gestaan bij een violist. Heel even dacht ik onderdeel uit te maken van de stunt van de Washington Post. De jongeman was echter té jong om Joshua Bell te kunnen zijn. Maar hij had zonder meer talent. Als hij cd's te koop had gehad, was ik er voor gezwicht. Maar dat was niet zo. Bovendien moest ik mijn trein halen...

Washington Post
In opdracht van de Washington Post speelde Joshua Bell tijdens de ochtendspits in de metro van Washington DC. Op een koude morgen in januari. Hij speelde er 45 minuten lang 6 stukken van Bach. Er stopte nauwelijks iemand om te luisteren of om wat geld in de open vioolkist te deponeren. In totaal gaven 27 mensen hem een gezamenlijk bedrag van 32 dollar. En waren het voornamelijk oudere mensen en kinderen die hun pas inhielden voor een poging tot luisteren. Hij kreeg één compliment van een vrouw. Geen applaus en verder ook geen waardering.

Bijzonder
Het zou niet zo bijzonder geweest zijn, ware het niet dat niemand door had één van 's werelds beste muzikanten stond te spelen. Joshua Bell speelt de beste klassieke stukken die er voor viool geschreven zijn. Zijn viool heeft een waarde van 3,5 miljoen dollar. Twee dagen tevoren waren zijn concerten uitverkocht geweest in het theater van Boston. De gemiddelde entreeprijs was 100 dollar per zitplaats geweest. Maar nu hij incognito in een metrostation speelde, stopte er nauwelijks iemand om te luisteren.

De Washington Post had hem ingehuurd voor een sociaal experiment over waarneming, smaak en voorkeuren van mensen. De opdracht aan Bell was om op een publieke plaats te spelen op een ongepast moment. Spitsuur is dan natuurlijk een prachtig ongepast moment. De vragen in het onderzoek waren: hebben we de schoonheid waargenomen? Zijn we gestopt om het te waarderen? Herkennen we talent in een onverwachte context?

Als we niet meer stoppen om te luisteren naar één van de beste muzikanten ter wereld, die één van de mooiste muziekstukken ooit speelt, hoeveel andere dingen gaan er dan aan ons voorbij?

Hmm ... wie weet wie ik allemaal zomaar voorbij gelopen ben in de metrostations van Parijs ...



Bonusmateriaal voor wie wil: Joshua Bell in het metrostation van Washington D.C.



zaterdag 16 juni 2012

Hier Parijs ...

Hoe heette die man ook alweer? Die verslaggever die in Parijs woonde? Vroeg mijn nicht terwijl we op de Champs-Élysée liepen te slenteren. Eh... zei ik. Straks weet ik het weer... nu even niet.

Parijs
We zijn met de Thalys naar Parijs gegaan. Ondanks het oponthoud in Brussel  'wegens een technisch mankement' verliep de reis vlot. Ons appartement viel ook reuze mee. Keurig en in een veilige, doch rumoerige buurt, in een zijstraat van de Champs-Élysée. Hartje Parijs. Wat wil je ook?! Het leven in Parijs gaat dag en nacht door. Alleen tussen 04.00 uur en 04.30 uur is het héél even rustig. Daarna begint het hele circus van toeterende Maserati's en Ferrari's, vuilniswagens en wegsleepauto's weer van voren af aan.

Ijkpunt
De grote Disney winkel op de hoek was mijn ijkpunt voor waar ik heen moest. En natuurlijk liep ik gewapend met de plattegrond van Parijs op zak, met een kruisje van waar ik tijdelijk woonde. Ik mocht eens echt verdwaald raken. Dan hoefde ik de eerste de beste taxichauffeur alleen dat kruisje maar aan te wijzen en dan kwam het vast vanzelf wel weer goed.

Maar ik heb geen taxichauffeur nodig gehad. Wel talloze metrotreinen en een dagelijkse voetmassage. Veertien dagen Parijs in één week proppen vergt namelijk nogal wat van je onderdanen. Maar ik heb voorlopig heel Parijs op mijn netvlies staan. Talloze keren dacht ik: ik voel een blog opkomen. Zelfs mijn nicht herinnerde mij daar met enige regelmaat aan. Ik had een kladblokje mee moeten nemen. Dat doe ik een volgende keer. Want er gebeurt nu eenmaal té veel in een té korte tijd.

Voeten
Zo heb ik twee keer Parijs aan mijn verlopen voeten gehad, boven op de Notre Dame en de Sacre Coeur, na respectievelijk 387 en 300 smalle wenteltraptreden getrotseerd te hebben. Enkele reis natuurlijk. Heb ik nog nooit zoveel crèpes verorberd als de afgelopen week, zoveel geld voor een kop koffie hoeven neertellen en zoveel musea achter elkaar bezocht. Talloze blogs flitsen nog steeds door mijn hoofd, maar je moet érgens mee beginnen he?!

Hier Parijs, hier Jan Brusse
Jan Brusse! Riep ik midden op de Pere Lachaise, waar diverse celebreties languit in hun graf liggen bij te komen van een beroemd leven. Sommigen in omlijstte koepels en sommigen gewoon ergens tussen de kriskras gelegen graven in, zoals Edith Piaf. Jan had ooit eens verslag gedaan van de honderden katten die er op de Pere ronddoolden. Ze hebben er vast iets destructiefs op gevonden, want ik heb er zeggen en schrijven 2 gezien. Schichtig wegduikend tussen grafhuizen en -stenen.

Over de kinderkopjes van de Champs heeft Jan de wereld ook ingelicht destijds. Maar daar is nog niets op gevonden. Ze liggen er nog allemaal. En op de brede stoepen mag je de zakkenrollers van je af weten te houden. Ze hadden een slechte aan mij. De truc met de verloren grote nep trouwring was te doorzichtig om in te trappen. Zelfs ík had die door...


zondag 3 juni 2012

Wie mooi wil zijn ...

Sommige dingen kan je beter even laten bezinken voordat je ze opschrijft. Pas als het ergste leed geleden is en je er om kan lachen. Als een boer die kiespijn heeft enzo.

Melkboerenhondenhaar
Als kind had ik lang haar. Héél lang haar. Tot aan mijn achterwerk. Maar ik had ook heel fijn haar. Om niet te zeggen 'dun'. Dus het lange haar was pure noodzaak, om er nog iets van te breien. Vlechtjes welteverstaan. En die werden dan dubbelgevouwen in een soort lusje en daar kwam dan een hele grote strik in. Zo leek het nog wat, mijn melkboerenhondenhaar.

Nadat onze toenmalige buurvrouw verteld had dat er een slang in haar wc had gezeten, betrad ik die plek voortaan heel voorzichtig. Op een gegeven moment was kennelijk mijn dubbelgevouwen vlecht losgeraakt en dat sliertte rondom mij en tikte op mijn rug. Ik weet nog dat ik gilde, omdat ik natuurlijk dacht dat het een slang was. Wist ik veel dat de buurvrouw het over vroeger in Indonesië had gehad, waar ze niet eens ín huis een toilet hadden, maar ergens buiten.

Maatregelen
Mijn moeder nam wel stante pede maatregelen en zo werden mijn slierten de volgende dag gekortwiekt. Pagekoppie en bloempottenmodel werden mijn voorland. Tot mijn 14de. Toen mocht ik permanent. En opeens had ik een prachtige kop met krullen, die mij zouden blijven vergezellen. Van tijd tot tijd dan, want tegenwoordig kies ik liever voor kleur dan voor krullen en het is meestal een kwestie van kiezen volgens mijn kapster. Maar mijn vaste kapster heeft ziekteverlof, omdat ze een nieuwe heup heeft gekregen. En aangezien ik binnenkort een paar dagen met mijn nicht afreis naar Parijs, wil ik er wel Chique-de-Paris uitzien. En vooral er niet zoveel omkijken naar hebben. En een permanent leek mij dus uitermate handig. En dat waren de dames kapsters wel met mij eens. En och, omdat ik toch de natuurlijke ingredienten verkoos boven de meer agressieve, kon er ook best een kleurspoelinkje bij.

Lange zit
Ik heb vrijgenomen voor de lange zit en liet het maar gebeuren. Maar dan heb je ook wat. Dàcht ik, onder het druppen en lekken van de toch wel venijnige vloeistof door. Er is nog wel gedept met spul dat 'de brand' er uit haalt. Maar wie mooi wil zijn moet er wat voor over hebben. En de kleur viel prachtig uit en zo net onder de kap vandaan leken de krullen ook in slag te zitten.

Om een lang verhaal niet nóg langer te maken: ik ben na twee dagen teruggegaan om de fraaie brandblaren in mijn nek te laten zien. Kreeg de zalf die ik er voor gebruikte vergoed en daar bovenop kreeg ik nog shampoo en conditioner mee. Als pleister op de brandwond. 'En hoe bevalt het permanent?', vroeg een bezorgde kapster, toen ze mijn verwaaide krullen zag. Ik moet eerlijk zeggen dat mijn aandacht vooral naar het deppen en nablussen was gegaan en niet naar de spiegel. Ja, ik stond regelmatig achterstevoren voor de spiegel, dat wel. Met een handspiegel in mijn hand, om mijn nek te kunnen bekijken ónder de krullen.

Kappertje gespeeld
Nadat de één na de ander uit mijn omgeving vond dat mijn krullen niet echt het geld en de pijn waard geweest waren, ben ik terug gegaan voor een check-up behandeling. Bij binnenkomst hoorde ik een bekende stem onder een kap vandaan: 'Hee! Die is van mij !!'. En daar zat mijn reguliere kapster, met haar loopstokken naast zich geparkeerd. Gelukkig ging het goed met haar. Maar ze was haar uitgroei beu geweest en had zelf de schaar ter hand genomen. Alleen stond ze te wankelen toen ze dat deed en toen was ze uitgeschoten. En nu zat ze dus als een kind dat kappertje gespeeld had bij te komen onder de kap. 'Maar wat is er met jou gebeurd??' Haar vraag sprak boekdelen. Daar kon niemand meer omheen. Tsja Emmy, ik kan je ook niet missen. Je moet maar gauw weer helemaal beter worden. En tot zolang zing ik het wel even uit.

Mijn krullen worden overgedaan, zodra mijn haar dat hebben kan. En de check-up behandeling hoefde ik niet te betalen. Ik ga alleen zonder krullen naar Parijs. Maar ach, dan heb ik nog wat in het verschiet ...


zondag 27 mei 2012

Bucketlist

To kick the bucket is slang voor doodgaan. Niet dat ik daar neigingen toe heb, maar af en toe overvalt gepeins me. Bijvoorbeeld als ik doelloos in de schaduw van een parasol om me heen zit te koekeloeren. Want veel meer komt er niet uit mij in de warmte. Ik ben meer een pooltype denk ik. Diep weggedoken in een veel te grote trui en met een fleecedekentje opgekruld op de bank. Cocoonen. Dat doe je niet zo gauw als het warm is. Ik niet in elk geval.

Huiswerk
Vandaag heb ik overigens wel braaf mijn huiswerk gedaan. Nee, niet huishoudelijk, hoewel de wasmachine wel ijverige heeft staan draaien en ik vanavond eindelijk de zomerdeken op mijn bed tegenkom, die ik er vervolgens tòch wel weer zal afkeilen. Nee, ik heb echt ouderwets huiswerk gedaan. Voor de komende vervolgtraining van de schrijfcursus. We moeten een interview lezen en dat met commentaar meenemen. Waarom ik het goed vind, of juist niet. En dat is dan de basis voor een stukje training. Ben heel benieuwd hoe Irene daartoe gaat bijdragen. Van Lippe-Biesterfeld. Die Irene. Die van de bomen. Waar heel handig in dit interview op wordt teruggekomen. Maar laat ik mijn commentaar op het interview maar bewaren voor de cursus. Juf mocht dit eens op voorhand lezen. Ik bedoel, dan is de verrassing er vanaf toch?!

To-Do-Lijst
Al bladerend in mijn huiswerktijdschrift viel mijn oog op heel iets anders: De Bucketlist. Ontleend aan de gelijknamige film, waarin Jack Nicholson en Morgan Freeman schitteren. In deze film maakt de hoofdrolspeler een lijst van dingen die hij nog wil doen voordat hij doodgaat. Veel mensen schijnen zo'n lijst te hebben. Een wereldreis maken, parachutespringen, op bedevaart gaan, een boek schrijven. Dat soort dingen schrijven ze dan op die lijst. Ik heb me afgevraagd wat ik op die lijst zou zetten. Maar heel ver kwam ik niet. Niet echt. Natuurlijk zijn er dingen die je je voorneemt om ooit nog wel eens te gaan doen. Maar nu nog niet ... Het poollicht zien, helemaal hoog in het noorden. En misschien ooit toch wel dat boek schrijven. Net als de 1 miljoen Nederlanders die dat ook willen. En met zo'n grote enge slang om mijn nek staan, om mezelf ervan te overtuigen van het feit dat ze best wel meevallen. Vooral dat laatste: maar nu nog niet!

Vijf kernpunten
De Australische singer/songwriter Bronnie Ware werkte jarenlang voor terminale patiënten. Over de gesprekken die ze met hen voerde hield ze een blog bij http://www.inspirationandchai.com/Regrets-of-the-Dying.html En ze schreef er een boek over. Zij al wel. The Top Five Regrets of Dying. De essentie van een fijn leven is volgens haar samen te vatten in 5 kernpunten. En dat heeft niets met een to-do-lijst te maken. Niet in de zin van de Mount Everest beklimmen in elk geval. Maar wel met:

De moed opbrengen om trouw te blijven aan jezelf, in plaats van krampachtig aan de verwachtingen van anderen te voldoen. Rust nemen en niet te hard werken. Je gevoelens uiten en niet opkroppen. Je vriendschapsrelaties koesteren en dierbaren vertellen dat je om ze geeft. Gelukkig zijn met wat je wèl hebt en met wie je wèl bent.

En het schijnt dat je daar ook al meteen mee aan de slag kunt...


Bonusmateriaal voor degenen die het willen zien/horen. De trailer van de film The Bucketlist, met de song van Tom Mayer die de kern ervan weergeeft:





zondag 13 mei 2012

Koelkast

Als het er buiten fris en fruitig uitziet, zoals vandaag, dan krijg ik alijd een onbedaarlijke aandrang om dat voor binnen ook zo regelen. Nu is zondag altijd wel mijn huishoud- en poetsdag, maar vandaag had het een extra dimensie. De koelkast stond op het program. En dat was niet zomaar.

Zeventje
Nee, er kwamen niet spontaan groene beestjes uitlopen. Of nog enger: witte! Eigenlijk was het nog wel redelijk gesteld met mijn koelkast en kleingebruik vriezertje. Ik zou het nog best een zeventje hebben kunnen geven. Maar schoon moest 'ie. En wel vandaag. Want het was moederdag vandaag.

Tantedag
Ik ben zelf geen moeder, wel tante. Maar dat telt niet voor de commercie op moederdag. Hoewel tantedag een gat in de commerciele markt is, als je het mij vraagt. Moederdag vroeger thuis bestond meestal uit cadeautjes op bed of bij het ontbijt beneden. Wij deden niet aan het gekruimel tussen de lakens van een ontbijt-op-bed sessie. En ik heb er nog steeds een hekel aan. Niet aan mij besteed. Cadeautjes op bed wel. Of iets 's avonds op je hoofdkussen vinden. Hint hint.

Moederdag
En dan bestond de dag verder meestal uit iets lekkers bij de koffie en voor 's avonds iets van de chinees. We hadden één oudmoeder (oma) in huis en aan de ander werd meestal de dag tevoren een bezoekje gebracht. Toen ze beiden nog leefden dan. Maar voor de rest was het een gewone zondag, die we op normale wijze doorbrachten. Dat betekende dus huis- en huishoudelijk werk. Maar toen ik ouder werd en mijn zus het huis al uit was, vond ik dat ik ook best iets extra's kon doen voor moeder op moederdag. Dat kreeg de vorm van, hoe raad je het zo, de koelkast uitruimen, uitsoppen en weer inruimen. Een klus waar ze zelf niet veel tijd voor had. Mijn moeder was verloskundige. En tussen het meer dan 5.000 baby's in haar uppie op de wereld helpen zetten door, was er nooit veel tijd en ruimte voor dergelijke klussen, die geen onderbrekingen dulden.

Koelkast traditie
Moederdag associeer ik dus al enige tijd met de koelkast onder handen nemen. Ach, ik ben gekkere tradities tegengekomen hoor ...
En aangezien mijn moeder er al 15 jaar niet meer is, zet ik de traditie in mijn eigen huis voort. Waarbij ik dan uiteraard wél aan haar denk. Aan hoe ze er op haar knieën bij kwam zitten. Om de sopdoek aan te reiken. Om te ontleden welke kliek ik zojuist gevonden had en van wanneer die ook alweer stamde. Met het beoordelen of iets nog goed genoeg was voor een volgende koelkastronde. Of dat het linea recta naar de composthoop moest. Met het weer aangeven van de spullen die terug mochten. Haar aanwijzingen van wat waar moest staan, omdat ze anders wéér zou vergeten dat ze het nog ergens in de koelkast had. Dat soort dingen denk ik dan.

Ik vier moederdag op geheel eigen wijze. Én mijn koelkast kan er weer een tijdje tegen ...

woensdag 2 mei 2012

Jankboom

Het gaat nu opeens hard. Dat groen worden van de blaadjes aan de bomen. En dat is maar goed ook, want het is nu wel lang genoeg winter geweest. Aan de temperaturen zou je het nog niet zeggen. Dat we volop in het voorjaar zitten. En voorlopig blijft het ook nog te koud voor de tijd van het jaar. Volgens Helga en Margo en hun collegaas.

Lichtgroene weemoed
Elk jaar geniet ik van de lichtgroene waas, die de kale takken zo graag wil sieren. Het is net alsof je er zelf ook wat vrolijker van wordt. Hoewel het op mij ook een weemoedige uitwerking heeft. Geen idee hoe dat komt. Maar in het voorjaar mijmer ik altijd. Over hoe het was en hoe het worden moet. Over de kaalheid van het bestaan en over hoe het er over een paar weken uit zal zien. Als de volgroene blaadjes zwoel ritselen en mensen zoals ik verkoeling zoeken in de schaduw van het gebladerte.

Tijd
Elk jaar opnieuw overvalt me dat weeiïge gevoel. Omdat er weer een nieuwe periode aankomt. Omdat alles frisgroen open ligt en ik niet precies weet hoe de toekomst er uit gaat zien. Misschien komt het omdat ik ouder wordt en er steeds meer te mijmeren valt. Misschien komt het omdat het wisselen van de seizoenen me doet beseffen hoe snel de tijd toch eigenlijk gaat. Ooit zat ik op een verjaarsvisite, nu een eeuw of wat geleden. Daar ging het gesprek er over of er leven na de MAVO was. En het opgroeiende grut aan de tafel ten huize van de jarige luid zuchtte 'Ja, want voor je het weet ben je twintig!'

Voor je het weet wel ja. Want inmiddels is datzelfde grut de twintig al een paar keer gepasseerd. Zijn ze nu zelf pappa en mamma. Hun kroost heeft dan nog wel geen tienerleeftijd, maar ik zag toch onlangs zuchtende posts op FaceBoek voorbij komen. Omdat hun nakomelingen de peuterklas alweer ontgroeid waren. De tijd gaat snel. Ik zie me nog net niet sokkenbreiend in het bejaardenhuis zitten. Hoewel ik het ook dáár al wel met een collega over gehad heb.

Ouder worden
Ik denk dat het hem er vooral ook in zit, dat naarmate je ietsje ouder wordt, je omgeving ook krakkemikkeriger wordt. Je ziet bewuster mensen ouder worden. Er komen opeens serieuze ziektes voorbij, daar waar het 'vroeger' nog om simpele verkoudheidjes ging. Opeens gaan mensen in je omgeving vaker wegvallen. Opeens schuif je zelf een generatie op. Kijken ze naar míjn grijze haren. Nou ja, onder de verflaag heen dan. Want ze zitten er wel, maar je ziet ze (bijna) niet. Met dank aan de dames van de Cosmo.

Gek. Maar in de lente voel ik me meestal 'oud'. Ik ben meer een herfsttype. Misschien wel omdat die periode dichter bij me staat of zo.

Jankboom
Toch geniet ik van de prachtige lichtgroene waas van dit moment. Het heeft ook wel iets uitdagends. In het park, waar ik tegenover woon, staat een prachtige treurwilg. Haar takken hangen zwaar. Ze doet haar naam eer aan en ik voel met haar mee. De groene waas siert haar weemoedig. De wind laat haar ritselen en doet haar fluisteren. En opeens hoor ik weer het kinderstemmetje van één van mijn neefjes, achterin de auto bij zijn moeder en mij. Kijkend naar een lichtgroene treurwilg vraagt hij :"Mam... hoe heet dat ook alweer? Die jankboom ...?"


zondag 22 april 2012

Boesteren

Nee, ik verschrijf me niet. Ik ga het niet over boetseren hebben. Ik bedoel echt 'boesteren'. Geen idee waar het woord vandaan komt eigenlijk. Het woordenboek kent het niet. Maar in onze familie kennen we het des te meer. Iedere familie zal zo wel haar eigen woorden kennen. Van wiggelwaggel tot biggel en van getungel tot boesteren. Als je het woord maar vaak genoeg gebruikt en laat gebruiken door anderen, komt het vanzelf een keertje in het woordenboek terecht.

Genen
Het boesteren zit in mijn genen. Kan er dus niet heel veel aan doen. Eigenlijk verdenk ik mijn oma zaliger ervan dat zij het wel eens uitgevonden kon hebben. Het onverstoord, achterelkaar huishoudelijk bezig zijn. Schoon boenen en poetsen, totdat alles weer glimt. Bij mijn oma rook het dan ook altijd naar groene zeep. En naar bananen. Die laatste, omdat ze ze altijd flink liet rijpen zeg maar. Daar toverde ze dan allerlei interessante gerechten mee. Getungel dus. Je moet wat, dus je doet wat. Van dat kaliber. Ook dat heeft mijn oma uitgevonden. Van niets iets maken. En dat het dan nog lekker is ook.

Schoon
Bij mijn oma thuis was het altijd gruwelijk schoon. Dat is bij mij niet zo. Ik heb het dan ook niet zozeer over het eindresultaat van mijn geboester, maar over het boesteren op zich. Het doorgaan, totdat je al je spieren voelt gloeien. En ik voel ze. Regelmatig. Meestal is zondag mijn boesterdag bij uitstek. Vandaag heb ik de bovenboel weer eens flink aangepakt. Grappig. Ik woon nu in hetzelfde huis, als waar mijn oma ook een aantal maanden gewoond heeft. Heel vroeger. En ik snap haar acties van schone, natte dweilen over de kokosmat draperen. Zodat bezoek daarop de voeten kon afvegen, alvorens ze het huis betraden. 'Ons' huis staat midden in het bos. Zo voelt het tenminste. Maar in een bosrijke omgeving wonen, betekent ook bosrijke rommel naar binnen lopen. Blaadjes, dennennaalden en noem maar op. Mijn oma had daar de schone, natte dweil op bedacht. Alleen was het jammer voor haar dat die dweil permanent spic en span schoon was. Stralend wit. Al het bezoek durfde daar de voeten never nooit niet op af te vegen. Bang dat de dweil vies zou worden. En iedereen stapte er dan ook steevast met een grote stap mooi overheen. Het idee was goed, de uitwerking zat er volkomen naast.

Zonnestralen
Mijn oma was wel extreem in het schoonhouden van haar huis. In mijn ogen dan. Ik hou best van schoon, maar je mag ook zien dat er in een huis geleefd wordt. Mijn huis is dan ook verre van een toonzaal. Bij ons kun je héél goed zien dat er in geleefd wordt, zeg maar. Maar ik hou wèl van schone rommel. Een oud huis kiert en stoft nu eenmaal. Ook vroeger al, toen mijn oma het bewoonde. Maar zo gek als zij, maak ik het nog niet. Mijn oma stofzuigde namelijk met enige regelmaat de zonnestralen. Als ze net alles schoongeboesterd had en de zon vrolijk haar woning binnenscheen, dan wilde die zon soms tóch nog wel eens een stofje laten dansen op haar stralen. En dát kon mijn oma dan niet uitstaan. Dan pakte ze de stofzuiger weer uit de kast en zoog, met de slang op de stralen gericht, alsnog de ronddwarrelende stofmonstertjes op. Kijk, zó gek ben ik dus niet.

Endorfine
Ik snap het wel hoor. Dat geboester van mijn oma. Ze was veel alleen thuis en had een paar beste trauma's te verwerken in haar leven. En door al dat harde werken komt de stof endorfine vrij. Dat dragen we allemaal bij ons en kennen we denk ik vooral uit de sportwereld. Endorfine kan voor een gevoel van euforie en geluk zorgen en werkt bovendien pijnonderdrukkend. Het schijnt zelfs zo te zijn dat het vrijkomen van endorfine kan concurreren met de werking van opium en heroïne. Nou wil ik mijn oma niet meteen werkverslaafd noemen, maar toch.

Ook de smaakervaring bij suikers, vetten, chilipepers en chocolade produceren endorfine in je lichaam. Mijn oma at altijd na het eten een stukje chocola. 'Want dat verteerde de vetten beter', zei ze altijd. En ze vond het stiekum natuurlijk gewoon lekker. Ik zag overigens chocola met chilipepers in het schap liggen, afgelopen vrijdag. Dacht dat dat gebaseerd was op de film 'Chocolat'. Maar kennelijk hebben die ingrediënten daadwerkelijk een wisselwerking op elkaar. En was dat niet verzonnen voor de film, maar berustte het op waarheid. Misschien toch maar eens aanschaffen en uitproberen dan.

En verder komt het dus vrij bij zwaar huishoudelijk werk. Of bij een flinke vrijpartij. Dat het meer op hard werken lijkt, zeg maar. Wat op zich weer een heel andere kijk geeft op de Franse slag.

Cyclus
Wat ik alleen wel frustrerend vind, is dat stof maar blijft terugkomen. Dat ramen vies blijven, omdat het natuurlijk gaat regenen, nét als je ze hebt schoongesopt. Dat, zodra het huis gestofzuigd is, je eigenlijk weer van voren af aan kan beginnen. Dat als de afwas aan de kant is, er binnen no time weer gebruikte kopjes op het aanrecht staan. Dat als de wasmand leeg is, dat nooit langer dan één middag duurt en dat de strijkmand gewoon nooit leeg komt. Die cyclus. Daar begrijp ik niet zoveel van. Behalve dan, dat het helpt om af en toe flink te boesteren en dan te genieten van een schoon huis. Al is het maar voor een halve middag ...

zaterdag 14 april 2012

Hollen

Ik had er een broertje dood aan. Aan hollen. Zo noemden wij dat vroeger thuis. Ik was meer het type van stilstaan. En van toekijken hoe anderen zich de naad uit het lijf renden. Ik hield niet van hollen. Werd er bezweet en moe van. Kon er ab-so-luut de gein niet van inzien. Ik was dan ook altijd de pineut met 'tikkertje'. Ik was hem altijd. Want ik werd altijd als eerste getikt en kon vervolgens nooit iemand te pakken krijgen om dat van me over te nemen. Wreed kinderspel dat tikkertje.

Bosloop
Op de Middelbare School werd hollen ingelast in het gymnastiekprogramma. In de zogenaamde bosloop. Mijn school stond in een bosrijke omgeving en daar werd dus veelvuldig en handig gebruik van gemaakt. En af en toe een Coopertestje op het grote grasveld. Je raad het al: vre-se-lijk !! Ik holde altijd achteraan en was ook altijd de laatste, die rood, bezweet en compleet van de wereld gelopen, het schoolplein kwam opsukkelen. Door een merkwaardige speling van het lot, had ik het dubbel uur gymnastiek altijd vlak voor de grote middagpauze. Dat zorgde er voor dat ik meestal nèt op tijd de schoolbanken in kon schuiven, om bij de les scheikunde of Frans een beetje bij te komen. Voor beide vakken scoorde ik in mijn hele Middelbare School loopbaan abominabel slecht. Vind je het gek? Als ik moet bijkomen van de bosloop??

Gezin
Nu moet ik zeggen dat ik niet uit een heel beweegelijk gezin stam. Qua sporten dan. Mijn vader vond de verplichte weekendwandelingen meer op penetentie lijken, dan op wat anders en de keren dat ik hem op de fiets heb gezien, zijn op één hand te tellen. En mijn moeder was veel te druk om te sporten. Hoewel zij wel een wandeltype was. Dat werd vooral tijdens de vakanties gedaan, waar wij, om mijn vader ter wille te zijn, vaak van de ene Duitse dorpskroeg naar de andere wandelden, om bij te komen met een bakkie koffie. Mit Kuchen uiteraard.

Het verrastte mij dan ook zeer dat mijn zus een paar jaar geleden aankondigde dat ze aan het hardlopen was. Nu was ze altijd al veel sportiever ingesteld dan ik, maar hardlopen ... Inmiddels doet ze jaarlijks mee met de cityloop van Eindhoven. In mijn ogen een halve marathon. Ik vind een kilometer al veel, laat staan zes.

Sportschool
Toch lijkt er nu ook in mijn leven een sportieve kentering te komen. Hoe ouder hoe gekker gaat hier absoluut op.

Voor mijn wederhelft is het zaak dat hij in verband met zijn loszittende scharnieren aan spieropbouw gaat doen. Hypermobiliteit kan voor heel veel narigheid zorgen. Dat ondervindt hij dagelijks. En nu hij flink is afgevallen, is de volgende stap het opnieuw trainen van zijn spiergroepen. "Zou voor jou ook heel goed zijn", hoorde ik dus ook zowat dagelijks. "Hmm hmm", bevestigde ik evenzo vrolijk. Tuurlijk. Helemaal gelijk in. Ik doe niet zoveel aan beweging, moet ik tot mijn schande bekennen. Ja, in huis doe ik het huishouden. En ik loop naar mijn werk ... (nog geen kilometer enkele reis). En als ik op kantoor van beneden naar boven alle trappen moet nemen, dan verzamel ik de stapel werk, zodat ik maar één keer hoef.

Maar gisteren zijn we naar de sportschool getogen. Voor mijn wederhelft wel te verstaan. Ik hoefde alleen maar te kijken waar hij heen ging. "Hmm hmm"! En voor ik het wist werd ik zelf rondgeleid tussen alle martelwertuigen. Het meisje van achter de balie die de rondleiding gaf, wist na een half uur gewoon mijn naam nog. Verbazingwekkend vond ik dat. Daar worden ze vast ook op getraind, maar toch. De sfeer was er sowieso aangenaam. Ik zag wel groepsklassen aan het werk, maar daar zat geen tikkertje tussen. Hele rustige, sierlijke bewegingen werden er gemaakt bij de Tai Chi klas, waar we even voor het raam stonden mee te gluren. En voor ik het wist stond er een proefles voor mij in hun pc ingepland. Coach Sven werd al aan mij voorgesteld. Hij wilde natuurlijk weten welk doel ik had. "Nou, eh, fitter worden. Mijn conditie is nu iets van min zeven", antwoordde ik braaf. En wat mij dan aansprak in de sportzaal. "Nou, die toestellen lijkt me wel wat". "Hmm hmm, zei Sven, dan ben je dus een lui type. Je denkt zeker dat die toestellen je op je plek houden en dat je zelf niet zoveel hoeft te doen dan." Tsja. Dat dacht ik wél ja. Dat wordt nog wat, met die Sven. Ik zie me alweer helemaal rood en bezweet achter iedereen aansjokken.

Schoenen
En ik heb natuurlijk niks fatsoenlijks om me daar te vertonen. Kijk, een t-shirt zwerft nog wel ergens, maar ik kan daar toch moeilijk in een legging gaan rondlopen. En schoenen om daar de zalen mee in te mogen heb ik al helemaal niet. Dus ben ik gistermiddag op sportschoenenjacht gegaan. Wie had dat ooit gedacht. En nooit geweten dat er zoveel verschillende soorten sportschoenen zijn voor evenzoveel verschillende sportonderdelen. Ik herinner me toch een Ethiopiëer die destijds de Olympische Marathon blootvoets liep en won ... Maar er is sindsdien kennelijk veel veranderd. En het valt verdraaid nog niet mee om de juiste schoen te vinden. Uiteindelijk zat ik tussen wel 6 paren snelle schoenen, die mij allemaal vanalles beloofden. Maar dé schoen zat er niet tussen. Overigens heb ik normaal gesproken maat 39. Dat schijnt niet voor sportschoenen op te gaan. Nooit geweten dat je die een paar maten groter moet kopen, omdat sportschoenen een paar maten te klein gemaakt worden. Of zoiets.

Uiteindelijk was er nog één soort die ik níet geprobeerd had. Whoow. Ik kan me voorstellen dat ik het daar wel een marathonnetje of drie op uithou zeg. Ik snap nu ook waarom iedereen altijd vol trots zijn/haar nieuwe sportschoenen fotografeert en op FaceBoek post. Je bent gewoon zooooo blij als je eindelijk een schoen hebt gevonden die voor jou het zware werk doet!

Trots
Toen ik thuis kwam mét sportschoenen, stond de bevestigingsmail al in mijn mailbox. Aanstaande week mag ik komen opdraven voor mijn proefles. Bij coach Sven.

En toen ik via de WordFeud chat aan mijn zus meldde dat ik 'runningshoes' had aangeschaft, vroeg ze me meteen of ik in oktober met haar mee ga. Dan is de cityrun Eindhoven weer. "Hou ook van jou en ik heb alleen nog maar een proefles hoor", probeerde ik nog. Maar ze zei: "Ik zou zoooo trots op je zijn xxx". Kijk, dat maakt natuurlijk wel verschil. Opeens zag ik mezelf met mijn nieuwe zwart/paarse fitness schoenen (want dat zijn het officieel) op de loopband staan. Zonder zweetdruppeltjes. En niet rood aangelopen. Ik heb nog even. Oktober is nog ver weg. Eerst die proefles maar eens. Aan mijn schoenen zal het in elk geval niet liggen ...