vrijdag 30 maart 2012

Kanniewaarzijn

Als kind leed mijn zusje aan astmatische bronchitus. Daardoor was ze regelmatig ziek en binnenshuis. Op een dag in april stond ze met haar neus tegen de ruit gedrukt van de flat waarin wij woonden.

Rozenperk
We woonden op de begane grond en keken op de achterkant uit op een grasveld met rozenperk, dat onze flat van de volgende scheidde. Het rozenperk werd die dag geschoffeld en uitgeplozen, zodat de winter eruit verdween en het voorjaar haar gang kon gaan. Ze waren met drie man tegelijk aan het werk. Het was dan ook een best rozenperk. Als het bloeide, stond het vol dieprode rozen. En wij hadden de eer dat perk parallel aan ons terras te hebben.

Gat
Mijn zusje stond er naar te kijken. Totdat ze opeens op de ruit tikte en één van de mannen naar haar toe wenkte. Hij kwam naar het raam en ging, met de ruit er tussen, voor haar staan, zodat ze elkaar konden verstaan.  Mijn zusje wees met haar kleine vingertje naar de broek van de tuinman en zei met een doodernstig gezichtje: "Je hebt een gat in je broek!" De man inspecteerde van voor naar achter zijn broek, maar zag klaarblijkelijk niks. "Waar dan?", vroeg hij licht geschrokken. "1 april!!", grapte mijn zusje terug. De man ging hardop lachend weer aan zijn werk en mijn zusje stond er nog heel lang grinnikend naar te kijken. Sindsdien zwaaiden ze altijd naar elkaar als ze elkaar zagen.

1 april
Vanmorgen dacht ik toch werkelijk even dat het al 1 april was. Met een duf hoofd zat ik met mijn bakkie koffie bij te komen. Pad op schoot. Woordjes Feud gelegd en daarna het nieuws ff lezen. Zo doe ik dat iedere ochtend.

Rond 1 april staan er vaak onzin berichtjes in het nieuws. Van die fijne artikeltjes, waar massa's mensen op af komen, omdat hen iets gratis wordt beloofd als ze vroeg in de rij komen staan. Of dat er een popidool op doorreis even langs de markt van Lutjebroek komt waaien. Dat er koeien oranje gespoten zullen worden voor Koninginnedag en daar alvast mee proefgedraaid wordt, maar dat ze vrijwilligers tekort komen. Dat soort dingen.

Vanmorgen stond er:
'Hit in Top 100 gewoon te koop'. Artiesten en hun managers kopen op grote schaal hits in de Top 100. Voor een paar duizend euro verzekeren ze zich zo van een hoge notering. Het gaat vooral om Nederlandstalige zangers en zangeressen, die zo veel populairder en succesvoller lijken dat ze daadwerkelijk zijn. Het blijkt tegenwoordig mogelijk om met één druk op de knop zelfs een nummer 1-hit te scoren. De Top 100-singlelijst is dus een volslagen farce. Doordat artiesten hun eigen producten kopen, of dat door hun managers laten doen. Maar het 'mooiste' is dat het volkomen geaccepteerd lijkt te zijn in de artiestenwereld. Zo doen ze dat. Er is zelfs een woord voor: Chartmanipulatie.

"Nah..., dacht ik, kanniewaarzijn. Toch?? 1 april. Toch??"

Bezuinigingen
Even verderop stond een klein stukje over het overleg uit het Catshuis. Het lijkt ze te gaan lukken om het op een akkoordje te gooien. 1 Miljard bezuinigen op ontwikkelingshulp. "Nah... dacht ik weer. Dat gaan we toch niet echt doen?? Kanniewaarzijn. Toch??" Net als die demonstratie begin maart. Omdat er bedacht was te bezuinigen in het bijzondere onderwijs. 300 Miljoen. Bezuinigen. Op de zogenaamde rugzakkindjes. Kindjes die het al zo moeilijk hebben. En hun ouders erbij. Kindjes die het prima doen als er een ietsepietsie meer aandacht voor ze is. Waardoor ze wèl mee kunnen komen. Waardoor ze wèl een leuke jeugd hebben. Daar gaan we niet op bezuinigen. Toch?? Of waren de demonstranten daar niet voor op de been gekomen in de overvolle Arena? Was het eigenlijk omdat er door die bezuiniging ook 5.000 banen op de tocht kwamen? Werd er daarom zo fel geprotesteerd?

Bovenaan de nieuwspagina stond toch echt dat het vandaag 30 maart is. En geen 1 april. En morgen is het zelfs eerst nog 31 maart. 1 april is nog ver te zoeken. Maar de 1 aprilgrappen staan al volop in de krant. Toch??

Soap
Ik heb het er wel eens met mijn nicht over. Het echte leven slaat werkelijk alles. Als je wat er zoal gebeurt in een script zou zetten, zou geen enkele producer er in geloven. Slechte soap. Kijkt geen hond naar. Maar het echte leven ís soms misschien ook wel een slechte soap. In elk geval gebeuren er onwerkelijke dingen, die je zelf niet zou kunnen verzinnen. Ik beschrijf ze dan ook alleen maar. Omdat het géén 1 april grappen zijn. Ze zijn echt ...

zaterdag 24 maart 2012

Lummelen

Ik ben er niet voor in de wieg gelegd. Voor lummelen. Heb het ook zeker niet van-huis-uit meegekregen. Maar je bent nooit te oud om te leren ...

Nuttig
Volgens de juf van onze schrijfcursus is lummelen een zeer nuttige bezigheid. Kijk. Dáár kan ik wat mee. Nuttige bezigheden heb ik namelijk wél van-huis-uit meegekregen. En hoe. Altijd het nuttige met het aangename combineren staat mij op het lijf geschreven. Waarbij 'nuttig' uiteraard voorop staat.
We deden heus wel aan ontspanning hoor. Vroeger thuis. Maar dat was meestal vooral educatief. Nuttig. Lezen was prima. Stimuleerde je woordenschat en kreeg je meteen ook de Vaderlandse cultuur flink mee. Want ik ben niet van de generatie die 'zomaar' een boek las. Dat moest toch minstens voor de boekenlijst dienen. Of voor de algemene ontwikkeling. Zoals Dik Trom en Pietje Bell. Hoewel dat randgevallen waren. Die moge duidelijk zijn.

Ook nuttige handwerken waren 'in'. Met alweer de nadruk op 'nuttig'. Overigens vond ik het nooit een straf om met een prutswerkje op schoot te zitten. Ik realiseer mij dat het tikken van de breipennen vooral ontspannend op mij werkte. Dat doet het nog. Ik las laatst ergens een stukje, dat handwerken het moderne ontstressen is. Had ik alláng uitgevonden. De ontspanning van handwerken helpt je je gedachten op een rijtje te zetten. Met elke pen die je breit, orden je de chaos in je hoofd. Moet je natuurlijk niet al te ingewikkelde patronen hebben, waarmee je de deur van de buurvrouw platloopt voor breiconsult. Dan is de ontspanning natuurlijk ver te zoeken. Hoewel die breiconsults vaak uitmondden in een bakkie leut. En dat was dan weer wèl ontspannend.

Motto
Maar zomaar lummelen is mij redelijk vreemd. Tot voor kort dan. Want, zoals gezegd: je bent nooit te oud om te leren. Het ordenen van je gedachten en het creeëren van ideeën, doe je door te lummelen. Aldus de juf van onze schrijfcursus. Gewoon een beetje rondhangen met een bakkie thee. Wat ronddolen door je huis. Voor het raam wat koekeloeren. Zitten, met je ogen dicht. Het schijnen uitstekende inspiratiebronnen, voor met name schrijvers te zijn. Die doen zo veel van hun briljante ideeën op. Zegt juf.

Op de 'cursus', waarin mijn wederhelft vier maanden heeft meegedraaid, werkten ze onder andere met motto's. Het woord 'lummelen' kwam daar meer dan eens in voor. Kennelijk moeten meer mensen het lummelen leren. Zich leren toestaan vooral, denk ik. Misschien leven we ook wel in een maatschappij, waarin het lummelen ons ontnomen wordt door het predikaat 'lui' en 'nutteloos'. Maar het tegendeel is waar. Lummelen is hard werken en verre van nutteloos. En als motto-onderdeel dus ook lang niet gek. Soms moet je nu eenmaal op ideeën gebracht worden.

Tuin
Ik heb het vanmiddag geprobeerd. Dat lummelen. Op een stoel in de tuin. In de zon. Mouwen opgestroopt. Broekspijpen omgeslagen. Inderdaad: tòch een soort van het nuttige met het aangename combineren. Vitamine D opdoen. Sproetjes kweken. Want bruin word ik toch nooit met die huid van mij. Maar als ik genoeg sproetjes verzamel, lijkt het ook wel wat. Die mouwen waren overigens een beroerde stoorzender. Die zakten steeds weer naar beneden. Maar ik ben een ouderwets type, dat een degelijk hemd draagt. Dus uiteindelijk zat ik letterlijk in mijn hemd. En toen kon het lummelen onverstoord beginnen. Ogen dicht. En alles op me af laten komen. De warmte van de zon. Geluiden. Geuren. Vogels die luieren en hun kletspraatjes houden. Want ze snateren flink, maar verroeren zich voor geen meter. Niks takjes verzamelen voor een nest. Lummelen! Dat deden ze. En de geur van hars kwam ook steeds voorbij. Van de omgehakte boom van vorige week, waar de stronken nu van liggen bij te komen in de zon. De zweetdruppeltjes hars staan op hun nerven. En dat ruikt lekker. In de verte hoorde ik het snorren van de auto's op de A 28. En een enkele motor, waar zo te horen het overwinteringsroest nodig van uitgeblazen moest worden.

Lummelen
Volgens de schrijfjuf inspireert lummelen je uitermate. En ze heeft gelijk. Het is best wat, dat lummelen. Ik moet het maar eens vaker oefenen lijkt mij. In elk geval levert het reslutaat op. Al was het alleen maar om weer een blog te vullen. Het is aan te bevelen. Dat lummelen. Alleen, zoals altijd, met mate. Want volgens mij is een hele dag lummelen doodvermoeiend. Dan kan je net zo goed lekker aan je werk. Maar voor zo af en toe hou ik het lummelen er voorlopig misschien wel in ...

zondag 18 maart 2012

Boom

Toen wij hier zo'n 10 jaar geleden kwamen wonen, hadden we een aardige cultuurschok te verwerken. We kwamen van drie hoog, niet achter, maar wel zonder balkon. En nu lag er een tuin, waar je 'U' tegen zegt, op ons te wachten.

Gereedschap
We zijn eerst maar eens optimistisch een hark gaan kopen. Voor het blad. Want we wonen midden in het bos. En we hadden natuurlijk geen enkel stuk tuingereedschap in ons bezit. Daar is in de loop der jaren wel verandering in gekomen. Tot een bosmaaier aan toe. Die moet de aankomende week alweer voor een onderhoudsbeurt weg. Bij ons geldt onderhoudsbeurten niet alleen voor de auto en motor, maar ook voor ons tuingereedschap. Het slijt op waar je bij staat. 

Wonen in het bos is meer dan prachtig. En meer dan een normaal mens kan onderhouden ook. We zijn gewoon nooit klaar. Als het laatste stukje onkruid achterin de tuin is weggewerkt, kunnen we vooraan opnieuw beginnen. Nee, zijn we vooraan al weer dik drie weken te laat. Onbegonnen werk. Dus laten we het voor sommige dingen ook zo. In de loop der jaren heb ik steeds minder als onkruid herkend. En vind ik steeds meer bloeiend spul aardig staan in mijn riante tuin. We zaaien nog net geen stenen, maar zijn wel errug duurzaam bezig met steeds meer vaste planten.

Gedierte
Er huist ook vanalles in onze tuin. Je gelooft het bijna niet als ik alles opnoem: egels, eekhoorntjes, hazelwormen, ringslangen, vossen, konijnen, mollen, reeën, muizen, kikkers, padden, hagedissen en dan heb ik het nog niet eens over al het gevogelte en aanverwante rondvliegende beestjes. De eerste keer dat ik 's nachts een bosuiltje hoorde krijsen, dacht ik werkelijk dat er iemand vlak naast mijn huis vermoord werd. Maar er viel niks te zien. Dat valt er wel als er een reiger staat te hengelen in de vijver van de buren, of als een buizerd echtpaar hun jong vliegles geeft. Als ontelbare soorten musjes, spechten, kraaien, roodborstjes, meesjes, merels, gorsen en een boomklevertje van mijn vetbollen en zadentafel pikken in de winter. Maar die laatste gaan we denk ik wel missen voortaan.

Boom
Achter ons huis, op raakafstand bij stormen, stond tot afgelopen vrijdag een douglasspar. Nu is een eigenschap van deze prachtige bomen vol naalden en dennenappels, dat ze naar mate de jaren verstrijken, hun takken loslaten. Zal wel bomenpsychologie zijn, waar ik het nut niet zo van snap. En aangezien de boom achter ons huis er al behoorlijk wat jaartjes op had zitten, slingerden de takken regelmatig de boom uit. Of ze bleven halverwege hangen, om er dan vervolgens bij een eerstvolgende windvlaag alsnog uit te denderen. Knap onveilig wel. Want het zijn flinke jongens, die takken. Meer mensen vonden het onveilig, want er kwam best snel een kapvergunning, toen die eenmaal was aangevraagd. En afgelopen vrijdag is de boom dus ontmanteld. Door een bedreven specialist, die als een aap aan een touw de boom in klom. De takken één voor één snoeide en naar beneden liet vallen. Toen hij de top bereikt had, klom hij weer naar beneden, her en der de kettingzaag in de stam zettend, zodat de boom in brokstukken naar beneden kwam.

Ze werkten keurig, de drie kerels van de bomenkap. Alles netjes opgeruimd. Takken weggesleept. Dennenappels weggeblazen. Alsof er niets gebeurd was, toen ze weer vertrokken. Behalve dan dat mijn huis opeens een stuk lichter is, ik bij storm geen slapeloze nachten meer heb en het boomklevertje zijn huis kwijt is. Gelukkig staan er nog een paar bomen rondom ons huis. Daar valt nog een heleboel aan te kleven.

Dag boom. Ik zal je toch wel een beetje missen denk ik ...

zondag 11 maart 2012

Zeg het met bloemen

Afgelopen vrijdag had ik een onbedaarlijk voorjaarsgevoel. Dat uit zich meestal in het huis rond boesteren, zodat alles weer glimt. Maar aangezien mijn rug daar hevig tegen protesteerde, moest ik iets anders verzinnen. En na de gebruikelijke boodschappen en andere stressfactoren, zoals voor het eerst meedoen aan een bevolkingsonderzoek voor borstkanker, had ik het wel even gehad.

Onderzoek
Dat onderzoek doen ze overigens heel zorgzaam. Een ernstig kijkende receptioniste ontvangt je in een tot fotostudio omgetoverde bus met kleedhokjes. In de 'wachtruimte' zitten dan vervolgens zo'n beetje al je buurvrouwen. Dat geeft een gek geruststellend gevoel wel. Zo van 'ik ben niet alleen'. En 'iedereen in mijn omgeving heeft er mee te maken'. Maar spannend blijft het. En volgens mij niet alleen een eerste keer. Het is toch confronterend. Eén op de drie 3 mensen in Nederland heeft met een vorm van kanker te maken. Voor vrouwen is dat voornamelijk borstkanker. Dus het is niet niks. Overigens had ik verwacht dat er meteen een uitslag bekend zou zijn. Ik bedoel: zo'n laborante ziet toch dingen wel of niet op die foto's? Maar een laborante is geen dokter. Ook weer waar. Veertien dagen wachten dus. Maar het is goed dat dit soort onderzoeken landelijk gedaan worden. Ondanks alle stressfactoren eromheen.

Slim
Ff wat anders dus. Met wederhelft de stad maar even in. Een rondje Slotlaan doen. Even langs de winkels struinen om vervolgens veel te veel geld uit te geven aan spullen waar je in de stad echt niet buiten denkt te kunnen, maar als je thuis bent en het vervolgens in moet ruimen, je je dan toch ernstig afvraagt waarom je het hebt aangeschaft. Maar dat geldt niet voor bloemen. Dat geldt nooit voor bloemen. En zeker niet in het voorjaar. Nu is er in het durp, want het is officieel geen stad daar waar wij shoppen, waar wij wonen één bloemenzaak die het helemaal heeft begrepen. Als je daar namelijk een boeketje van een tientje wilt, dan krijg je dat ook. Niks extra kosten voor 'wat groen ertussen' of feestelijke verpakking met kaartje en strik. Een tientje is een tientje. Zo werkt dat daar. Ik vermoed dat dat groen en aanverwanten vast wel in de bloemenprijs verdisconteerd is, maar het komt een stuk klantvriendelijker over, dan bij de kassa geconfronteerd te worden met 'en één euro voor het groen'.

Wat ook heel slim van ze is, zijn de kleine boeketjes. Ook hier vermoed ik weer slimme handelsgeest. Afvalbloemen. Tweede keus bloemen, die met een knikje of een minder mooi blad, worden vewerkt tot kleine boeketjes, die vervolgens voor 6,95 op de toonbank prijken. In leuke vaasjes á 2,95. Voor minder dan een tientje heb je dus een leuk geheel. Ze vertelden vrijdag dat ze er per weekend zo'n 250-300 (!!) van binden en ook allemaal verkopen. Sterker nog: ze komen vaak tekort en hebben ook lang niet altijd tijd om een voorraad te binden. Kortom: goed lopende tent. En dat in deze tijd, voor bloemen bedoel ik, is knap.

Minder slim
Er werkt ook een team dat aardig op elkaar ingespeeld is. Ik ken er al diversen van. Van uiterlijk, want ze dragen geen naambordjes. Eéntje lijkt sterk op Chantal Janzen. En dus noemen we haar, als we onder ons zijn, maar gewoon Chantal. Ze heet vast niet zo. Ze helpt ons vaak. Maar aangezien Ronald en ik totaal verschillende smaken hebben, óók qua bloemen, kijkt ze meestal schaapachtig en afwachtend van de één naar de ander. Totdat één van ons de knoop doorhakt als we samen in de zaak staan. Vrijdag had ze Ronald al gesproken toen ik nog aan het ronddralen was. "Vandaag luister ik naar u", zei ze beleefd."Oké, dan wil ik graag drie van die roze/witte amaryllissen met drie van díe bordeauxrode sprietenbloemen". "Daar staat dat asperageblad ook mooi bij", vond 'Chantal'. Terwijl ze het aan het binden was tot één prachtig geheel, stond Ronald tegen de toonbank aangeleund te kijken hoe een collega van 'Chantal' zo'n 6,95 boeketje aan het binden was. "Mooi", was zijn commentaar. "Wat zit daar nou tussen die rozen in?" "Dat is een distelsoort meneer". "Mooi. Die wil ík wel", was zijn commentaar. De collega keek weifelend naar mij. "Ja hoor, doe die er maar bij dan", zei ik in mijn voorjaarsbui. "Ja, of zijn we dan heel erg lastig?", vroeg Ronald met een glimlach. "Nee hoor", zei de collega. "Nee?", vroeg Ronald richting 'Chantal'. "Nee hoor meneer", bevestigde die olijk, "er zijn véééééél lastigere klanten." Waarna de stilte oorverdovend was, de collega haar verbaasd aankeek en 'Chantal' een rodere kleur kreeg dan de bloemen die ze in haar handen hield, toen ze beselfte wat ze gezegd had en hoe dat kon overkomen. "Maar, maar", probeerde ze nog. Tuurlijk. Zo bedoelde ze het niet. En wij moesten er alleen maar om lachen. Gelukkig. Zo lastig waren we nou ook weer niet. Er zijn er die vééééél lastiger zijn dan wij ...