zondag 11 maart 2012

Zeg het met bloemen

Afgelopen vrijdag had ik een onbedaarlijk voorjaarsgevoel. Dat uit zich meestal in het huis rond boesteren, zodat alles weer glimt. Maar aangezien mijn rug daar hevig tegen protesteerde, moest ik iets anders verzinnen. En na de gebruikelijke boodschappen en andere stressfactoren, zoals voor het eerst meedoen aan een bevolkingsonderzoek voor borstkanker, had ik het wel even gehad.

Onderzoek
Dat onderzoek doen ze overigens heel zorgzaam. Een ernstig kijkende receptioniste ontvangt je in een tot fotostudio omgetoverde bus met kleedhokjes. In de 'wachtruimte' zitten dan vervolgens zo'n beetje al je buurvrouwen. Dat geeft een gek geruststellend gevoel wel. Zo van 'ik ben niet alleen'. En 'iedereen in mijn omgeving heeft er mee te maken'. Maar spannend blijft het. En volgens mij niet alleen een eerste keer. Het is toch confronterend. Eén op de drie 3 mensen in Nederland heeft met een vorm van kanker te maken. Voor vrouwen is dat voornamelijk borstkanker. Dus het is niet niks. Overigens had ik verwacht dat er meteen een uitslag bekend zou zijn. Ik bedoel: zo'n laborante ziet toch dingen wel of niet op die foto's? Maar een laborante is geen dokter. Ook weer waar. Veertien dagen wachten dus. Maar het is goed dat dit soort onderzoeken landelijk gedaan worden. Ondanks alle stressfactoren eromheen.

Slim
Ff wat anders dus. Met wederhelft de stad maar even in. Een rondje Slotlaan doen. Even langs de winkels struinen om vervolgens veel te veel geld uit te geven aan spullen waar je in de stad echt niet buiten denkt te kunnen, maar als je thuis bent en het vervolgens in moet ruimen, je je dan toch ernstig afvraagt waarom je het hebt aangeschaft. Maar dat geldt niet voor bloemen. Dat geldt nooit voor bloemen. En zeker niet in het voorjaar. Nu is er in het durp, want het is officieel geen stad daar waar wij shoppen, waar wij wonen één bloemenzaak die het helemaal heeft begrepen. Als je daar namelijk een boeketje van een tientje wilt, dan krijg je dat ook. Niks extra kosten voor 'wat groen ertussen' of feestelijke verpakking met kaartje en strik. Een tientje is een tientje. Zo werkt dat daar. Ik vermoed dat dat groen en aanverwanten vast wel in de bloemenprijs verdisconteerd is, maar het komt een stuk klantvriendelijker over, dan bij de kassa geconfronteerd te worden met 'en één euro voor het groen'.

Wat ook heel slim van ze is, zijn de kleine boeketjes. Ook hier vermoed ik weer slimme handelsgeest. Afvalbloemen. Tweede keus bloemen, die met een knikje of een minder mooi blad, worden vewerkt tot kleine boeketjes, die vervolgens voor 6,95 op de toonbank prijken. In leuke vaasjes á 2,95. Voor minder dan een tientje heb je dus een leuk geheel. Ze vertelden vrijdag dat ze er per weekend zo'n 250-300 (!!) van binden en ook allemaal verkopen. Sterker nog: ze komen vaak tekort en hebben ook lang niet altijd tijd om een voorraad te binden. Kortom: goed lopende tent. En dat in deze tijd, voor bloemen bedoel ik, is knap.

Minder slim
Er werkt ook een team dat aardig op elkaar ingespeeld is. Ik ken er al diversen van. Van uiterlijk, want ze dragen geen naambordjes. Eéntje lijkt sterk op Chantal Janzen. En dus noemen we haar, als we onder ons zijn, maar gewoon Chantal. Ze heet vast niet zo. Ze helpt ons vaak. Maar aangezien Ronald en ik totaal verschillende smaken hebben, óók qua bloemen, kijkt ze meestal schaapachtig en afwachtend van de één naar de ander. Totdat één van ons de knoop doorhakt als we samen in de zaak staan. Vrijdag had ze Ronald al gesproken toen ik nog aan het ronddralen was. "Vandaag luister ik naar u", zei ze beleefd."Oké, dan wil ik graag drie van die roze/witte amaryllissen met drie van díe bordeauxrode sprietenbloemen". "Daar staat dat asperageblad ook mooi bij", vond 'Chantal'. Terwijl ze het aan het binden was tot één prachtig geheel, stond Ronald tegen de toonbank aangeleund te kijken hoe een collega van 'Chantal' zo'n 6,95 boeketje aan het binden was. "Mooi", was zijn commentaar. "Wat zit daar nou tussen die rozen in?" "Dat is een distelsoort meneer". "Mooi. Die wil ík wel", was zijn commentaar. De collega keek weifelend naar mij. "Ja hoor, doe die er maar bij dan", zei ik in mijn voorjaarsbui. "Ja, of zijn we dan heel erg lastig?", vroeg Ronald met een glimlach. "Nee hoor", zei de collega. "Nee?", vroeg Ronald richting 'Chantal'. "Nee hoor meneer", bevestigde die olijk, "er zijn véééééél lastigere klanten." Waarna de stilte oorverdovend was, de collega haar verbaasd aankeek en 'Chantal' een rodere kleur kreeg dan de bloemen die ze in haar handen hield, toen ze beselfte wat ze gezegd had en hoe dat kon overkomen. "Maar, maar", probeerde ze nog. Tuurlijk. Zo bedoelde ze het niet. En wij moesten er alleen maar om lachen. Gelukkig. Zo lastig waren we nou ook weer niet. Er zijn er die vééééél lastiger zijn dan wij ...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten