zondag 11 augustus 2013

Hejahejaho

De afgelopen week was er eentje met een gouden randje. Zeventien enthousiaste cursisten deden mee aan de pilot van de Summer School. Een hoop geregel vooraf, tijdens en na, maar het was het absoluut meer dan waard. Ik kijk nu al uit naar het vervolg in 2014.

Moe maar voldaan
Toch zat ik wel voor pampus op de bank na afloop. Zolang je bezig bent, merk je geen vermoeidheid. Wil je alleen maar door. Maar als je alles los moet laten, het mooi is geweest, dan zak ik als een plumpudding in elkaar. Want ook leuke dingen doen kost energie. En als je een controlefreak bent zoals ik, dan snap je het wel. De morning-after-dip was dan ook onvermijdelijk. En er was de hele dag geen land met me te bezeilen. Niet echt. Want ik miste het geroezemoes en het geregel. De bezige bijen en de talloze dingen die er tegen me gezegd werden. En die ik bij voorkeur moest zien te onthouden. Ter ontspanning en afleiding hingen mijn wederhelft en ik 's avonds een beetje zappend voor de tv.

Pleinfeest
En daar kwam een uitzending van het pleinfeest voorbij. Nou ja, feest... Een plein was het wel. Ik geloof dat ik 'Steenwijk' voorbij heb horen komen, maar het had net zo goed Amersfoort kunnen zijn of Lutjebroek. Allerlei artiesten kwamen hun lied vertolken. Van de meesten had ik nog nóóit, maar dan ook echt nog nóóit gehoord. Dat zal wel een gebrek aan mijn Hollandse opvoeding zijn, maar dat houd ik dan maar zo. De menigte op het plein had wél van ze gehoord. En hoste er vrolijk op los. Met drinken in de hand, die er bij elke hos uitklotste. Hopla, over de broek van de buurman. Maar die stond zelf ook ijverig te hossen, dus die merkte daar niets van. Of het deerde hem niet. Dat kan ook.

Schalalali
Nu weet ik van vroeger thuis, dat mijn ouders vaak naar zulke muziekprogramma's op Duitse tv-zenders keken. Vre-se-lijk vond ik dat. Ook van die schlagervertolkers had ik nog nóóit gehoord, maar tegen wil en dank klinken hun liedjes soms nóg na in mijn oren. Zo vaak werd er naar gekeken. Destijds stond de tv prominent in de woonkamer. Er was meestal geen ontkomen aan. Mijn vader op de bank klapte in zijn handen mee en mijn moeder zong mee. Meestal kende ze de tekst niet en ging die ook te snel. Dan maakte ze er maar 'schalalali' van. Maar mijn moeder kon mooi zingen en het klonk dan ook immer harmonieus. Ik mis de stem van mijn moeder. Ik heb haar stem nog wel in mijn hoofd zitten, dat gelukkig wel, maar het is toch anders dan hem in het echt te horen. Zelfs als het om een 'schalalali' gaat. 'Schalalali' is ook vele malen beter dan 'hejahejaho', als je het mij vraagt.

Hejahejaho
De menigte op het plein hejahode er lustig op los, toen ik wanhopig mijn wederhelft aankeek. 'Dit doen we toch niet echt he? Zeg me dat we dit níet zitten te doen.' Geamuseerd keek hij mij aan en zei: 'ik voel een blog opkomen ...' 'Dan zal ik eerst toch hevig moeten mindmappen', diende ik hem van repliek. De nieuwverworven kennis uit de Summer Schoolcursus Creatief schrijven in de strijd gooiend. Weer keek hij me aan en zei: 'dat moet jij maar doen dan, want op dat plein zit er niet heel veel mind om te mappen denk ik.' Nee, dat dacht ik ook. Alleen, waarom in vredesnaam lieten we dat gehos aanstaan?? Gelukkig kreeg ik tussendoor afleiding van een WordFeud tegenstander. 'Gnoom' legde hij. Waarop ik glimlachte, omdat ik net in de afgelopen week een gnoom had opgevoerd tijdens mijn schrijfoefeningen.

We hebben de tv aan laten staan, terwijl we ieder ons ding deden. Pas op het allerlaatst deed het programma me opkijken. 'Zij gelooft in mij' deed het hele plein stil vallen. Prestatie op zich. Maar terecht. Want díe volkszanger kende ik wél. Hij is er ook al niet meer, maar dit werk volgt hem na. Zondermeer, want het is een prachtig lied, dat nu eens niet om zeep werd geholpen door een Wannabee. Ter afsluiting zong het hele plein de tekst mee. Geen 'hejahejaho' meer, maar 'zij gelooft in mij'. Zelfs ík werd er stil van. Of zou het toch vermoeidheid zijn geweest?


vrijdag 19 juli 2013

IJsland

Eind mei ben ik met mijn nicht naar IJsland geweest. Zomaar. Een hele week roadtrippen tussen het maanlandschap van onontdekt gebied. Bij het afsluiten van mijn reisverzekering vroeg Marijke van de Univé of IJsland in Europa lag. Zo onbekend is het kennelijk. Om daar, of all places, je vakantie te houden. Het toerisme komt er wel op gang hoor. Maar het is mondjesmaat. Dat moeten ze maar zo houden ook. Het is een absoluut pluspunt om niet bij elke bocht die je neemt een tentenkamp te zien met in vakantiekledij rond galmende malloten. Het is juist de rust die IJsland zo indrukwekkend maakt. En de wijdheid. De onnoemelijke wijdheid.

Ervaren
Je moet het eigenlijk zelf ervaren. Want de ruimte en de ongerepte natuur is niet in een foto te vangen, noch in woorden te beschrijven. Ook al doe ik een oprechte poging. En ook al is het in tegenstrijd met hetgeen ik zojuist hierboven heb geschreven. De ervaring van IJsland maakt je namelijk weer nederig. Je voelt je nietig in louter en alleen natuur. Tussen de grootsheid van de vulkanen. En tussen de natuurkrachten die er lustig op los spoken. Als het er regent, dan regent het er ook. Niet alleen zoals wij dat kennen, recht zo die gaat vanuit de hemel, maar nee, daar regent het ook horizontaal. Slagregens. En dat gaat niet lichtzinnig. Vandaar ook dat de meeste huizen 'op het platteland' (want plat is het er allerminst) muren van aluminium golfkarton hebben. Hun daken lopen door langs hun muren zeg maar, zodat de regen makkelijker weg kan spoelen en het minder schade aanricht.

Zwarte stranden
Bijzonder is het er. En de stranden zijn er niet Hawaiiaans wit of Zandvoort geel, maar zwart. Lava zwart. Want het is een vulkaneneiland. En dat zal je weten ook. Er groeit niet veel. Ja, IJslandsmos. Dat groeit er wel. In 80 kleurscharkeringen. Zomaar op de lavabrokken. Af en toe is er een stukje ontgonnen gebied tussen. Daar staan dan ook meteen een handjevol huizen met een eigen dorpsnaam. Straten hebben ze er nauwelijks. Gravelroads als het mee zit. En de postbode kan het er doen met de aanduiding van huis 1,2 of 3. Wel heel overzichtelijk. Vooral ook voor de schapen en paarden. Die zich suf grazen aan de kleine stukjes grasland. Ik heb er slechts 3 keer een koe gezien. IJsland moet het hebben van de schapen, de paarden en de vis. En van wat er in de kassen groeit die elk huishouden wel heeft.

Temperatuur
De naam IJsland doet vermoeden dat het er koud is. Maar dat valt reuze mee. Het eiland ligt natuurlijk wel heel noordelijk. IJsland heeft daar een koud zeeklimaat, dat landinwaarts overgaat in een toendraklimaat. Dat betekent dat de zomers er niet warmer worden dan 25 graden. Natuurlijk zijn de winters er aan de koele kant, maar dat komt vooral door de wind. De geisers verwarmen de aarde voor IJsland. Daarom hebben de meeste eilandbewoners die niet in de grote steden wonen allemaal een eigen kas en een eigen hottub. Gratis verwarmd. Heerlijk, kan ik uit eigen IJslandse ervaring vertellen.

Vogels
Voor vogelliefhebbers is het er een eldorado. En als je nog niet van het vogel spotten bent, dan word je het daar vanzelf. Ik weet niet hoeveel verschillende soorten van vooral bijzondere vogels ik er gezien heb. Van Papagaaiduikertje tot Reuzen Alk en van Jan van Genten tot Zeearenden. Magnifiek. Het mooiste van alle continenten samen. Door de ligging van IJsland lijken ze het eiland allemaal even aan te doen. Ik was er in het broedseizoen. Ik heb de eieren in nesten zien liggen en de vogelouders toeristen zien aanvallen. Ik heb de rotswanden gezien, die volgepropt waren alsof het een wolkenkrabber betrof met allemaal budgetwoningen. Kleine kamer appartementjes. Voor al het fladderend gewemelte van de wereld.

De Blue Lagoon, de excursies met vissersboten, de excursies naar vogelrotsen, het beuken van de zee op de rotsen, de immens uitgestrekte natuur, het ijsmeer, de gletsjers, het IJslandse mos, als je nog een vakantiebestemming zoekt, zou ik een last minute naar IJsland pakken. Vertel het alleen niet verder. Laat IJsland maar mooi IJsland blijven.


maandag 1 april 2013

Geocaching

Persoonlijk had ik er nog nooit van gehoord. Geocaching is een buitensport en tegelijkertijd een spel. Volgens mij is het uitgevonden door een stel ouders die met geen mogelijkheid hun kroost de buitenlucht in kregen.

Vroeger
Net zoals bij ons vroeger thuis. We werden vaak gelokt om een boswandeling te maken in het weekend, omdat naderhand de thee dan zo lekker was. Of omdat we de 'Panvijver' zouden gaan zoeken. Die permanent uitgedroogd bleek. Of het Openluchttheater, wat niet meer dan een stel vermolmde boomstammen was, die ooit als tribune dienst hadden gedaan in de glorietijd van Openluchttheaters. Nu ik er zo over nadenk zouden mijn eigen ouders best eens in het geocachingcomplot gezeten kunnen hebben.

Schat
Bij deze vorm van buitensport wordt gebruik gemaakt van een GPS-ontvanger of telefoon met deze functie er op, om ergens ter wereld een zogenaamde cache (verstopplaats) te vinden. De cache is normaalgesproken een kleine waterdichte doos, voorzien van een logboek en een 'schat'. De schat bestaat meestal uit kleine ruilspulletjes, zoals sleutelhangers. Dat is vooral leuk voor kinderen. Na het verstoppen van de schat, maakt de plaatser via internet de locatie bekend. In het logboek kunnen vinders dan hun naam en datum van ontdekking zetten. En eigenlijk moet de vinder daar dan ook op de website melding van maken. Dan weet de plaatser of alles er nog ligt. En als je het niet kan vinden mag je dat ook melden. Dan kunnen ze gaan kijken of de één of andere grapjas de hele doos heeft meegenomen, of dat je gewoon niet goed uit je doppen hebt gekeken.

Sport
De sport stamt van 1 mei 2000. Gelukkig niet van 1 april, want dan kan je natuurlijk héél lang zoeken. Maar nee, dit is écht! Op 1 mei 2000 werd het mogelijk door het uitzetten van de Selective Availability van het Global Positioning System. De eerste gedocumenteerde cache dateert van 3 mei 2000. En op 6 mei 2000 was deze eerste cache al twee keer gevonden.
De sport groeit als een razende. Alleen al in Nederland komen er jaarlijks zo'n 9.000 nieuwe caches online. Toen we ervan hoorden hebben we natuurlijk gekeken of er in onze buurt ook een schat verstopt ligt. Op de telefoon van mijn wederhelft stond heel Nederland bezaaid met vindpunten. En zowaar: ook eentje in het park recht tegenover ons. Je snapt dat we meteen zijn gaan zoeken. Vaak wordt een vindplaats gekoppeld aan een leuk uitzichtpunt of historisch verantwoord ding. Nou, dat punt hadden we zo gevonden. Maar nou die box nog. Of ventiel. Of emmer. Of wat dan ook, als het maar waterdicht is. Maar nee. Niks.

Zoeken
In het weilandje van het park stond een meisje een pony te kammen. En iemand met een knalgeel fluorescerend hesje stond er als een soort van parkopzichter bij. Zij keken met een schuin oog naar ons twee malloten, die in de bosjes liepen rond te struinen. Hun ogen voelde ik gewoon in mijn rug prikken. Omdat we echt niks konden vinden, liepen we onverrichter zake langs hen heen om terug te gaan. Ze keken ons schaapachtig aan. Snap ik best. Maar toen zag ik vanuit mijn ooghoeken de 'opzichter' als een speer wegspurten, zodra we hem voorbij waren. Linea recta de bosjes in. Bij de holle boom, waar wij al zeker zes keer gekeken hadden, stond hij stil. En ook hij kwam daarna onverrichter zake terug. Ik sprak hem aan: 'Het ligt er niet he?!'. 'Nee, het ligt er niet. Want ik weet wat jullie zoeken.' 'Ja, dat dacht ik wel toen je er achteraan ging. Maar waar is het dan?' ' Ik denk dat het weg is voor onderhoud'. Onderhoud. Ja, ja. 'Hoezo onderhoud?' 'Nou, door de regen was het onbeschrijfbaar geworden. De waterdichte doos was niet meer waterdicht zeg maar.' Aha. 'Maar ik ken de man wel die het hier heeft neergelegd. Ik heb hem beloofd er een oogje op te houden.' Ja, ja ... dat was dan meer een oogje dichtknijpen, als je het mij vraagt. Maar hoe dan ook, het had er wel moeten liggen en als dat het geval was geweest hadden we het ook gevonden. Onze eerste cache. Mijn wederhelft is al twee keer terug gegaan om te kijken of het er nu wel ligt. Maar kennelijk wordt het onderhoud serieus genomen en gebeurt het zeer grondig ...

 
 



[

 


zondag 17 maart 2013

Rudolph

Nee, niet die met de rode neus, maar die met het zware donkerbruine brilmontuur. Dat staat Rudolph van Veen overigens heel vlot. Hij is tegenwoordig regelmatig in mijn woonkamer te vinden. Niet dat ik hem persoonlijk ken, maar zijn persoonlijkheid vult mijn kamer aangenaam.

Tv-kok
Rudolph is één van de tv-koks van de zender 24Kitchen. Mijn favoriete tv-kok mag ik wel zeggen. Jamie doet ook mee op deze zender. Maar hij komt wat mij betreft op de tweede plaats. Rudolph staat op een eenzame hoogte in kookland. Voor mij dan. Ik denk dat dat vooral komt omdat hij telkens zo netjes de rotzooi achter zich opruimt. Hij werkt schoon, vlug en behendig. En hij tovert in de kortste keren de heerlijkste dingen op het scherm. Kijk, daar hou ik van. Dat er fantastisch zelfgemaakt lekkers op het aanrecht staat en dat er nergens een spoortje te vinden is van hoe dat daar kwam.

Grappig
Rudolph is absoluut mijn keukentoppertje. Hij werkt in een keukenstudio, die opgeleukt is met allerlei modesnufjes. Maar hij pakt gewoon doodleuk een oud bord uit de kast, of serveert zijn maaksels op een houten plank. Niks hip gedoe.

Er is ook een nepraam in die keuken. Met een bomenposter erachter. Zodat het net lijkt alsof je door de keuken naar buiten kan kijken, waar het altijd voorjaar is. Rudolph stond daar een keer naar te kijken en vond dat ze die bomen wel eens mochten snoeien. Nu ik het zo opschrijf klinkt dat bij lange na niet zo grappig als dat het was toen hij het zei. En verder ouweneelt hij zijn hele kooktijd aanelkaar. Hij zegt steeds wat hij doet en waarom en hoe het ook zou kunnen maar waarom hij daar niet voor kiest. Het is een gezellige klep zeg maar. Maar ook eentje waar je weldegelijk een beetje wijzer van wordt.

Minister van calorieën
Als er een ministerie van voedsel zou komen, wil Rudolph de minister van calorieën zijn zegt hij. Ik geloof hem meteen. Want bij zijn maaksels moet je niet al te bang zijn voor calorieën en koolhydraten. Maar oh, oh, wat word ik er blij van als ik naar al dat heerlijks op de tv kijk. Altijd al gedacht dat calorieën en koolhydraten helemaal niet slecht zijn voor een mens. 24Kitchen bevestigt die gedachte keer op keer.

Ik roep regelmatig: 'heb ik', 'heb ik', 'heb ik', als de ingrediënten langs komen. Dat wil niet alleen zeggen dat mijn kasten uitpuilen van allerlei onnodige zut, maar dat wil vooral zeggen dat er hele gangbare ingrediënten gebruikt worden. Spullen die je altijd wel in huis hebt. Dat maakt het tegelijkertijd ook een héél gevaarlijk programma. Want ik wil meestal meteen de keuken in om het zelf uit te proberen. Het is maar goed dat ik niet de hele dag bij Rudolph op visite kan zijn. Of hij bij mij, zo je wilt. Maar toch: je zou hem gewoon zelf eens aan het werk moeten zien.

Smakelijk!

vrijdag 1 maart 2013

Gemberpot

Er staat bij mij een grote groene gemberpot op tafel. Zo'n echt stenen ding. Vroeger hadden we die thuis ook wel, maar niet van het formaat waar ik nu tegenaan kijk. In deze heeft gember voor een hele winter gezeten als je het mij vraagt.

Meegekregen
We hebben hem meegekregen toen we de vorige keer bij mijn schoonpapa op bezoek waren. Hij is in de opruimfase beland en telkens als hij ons ziet of spreekt, vraagt hij of we dit of dat nog willen hebben. Anders gaat het weg. En hij doet het liever weg richting ons. Inmiddels zijn we wel enigszins kieskeurig geworden, om geen uitdragerij van ons huis te maken.

Nostalgie
Maar soms is er iets wel heel leuks in de aanbieding. Zoals de gemberpot. Mooi glanzend groen is hij, met op elk van de zes hoeken een andere afbeelding. Het mooiste van het ding is denk ik de herinnering. Pure nostalgie. Want iedereen had vroeger wel zo'n ding in huis. Te mooi om weg te doen nadat de gember er uit was gesnoept. Sierlijk en nuttig. Te gebruiken voor 1001 doeleinden, maar vooral als vaas. Mijn moeder deed er vroeger als lentebode narcissen in. De slanke sprieten van de narcissen die nog in de knop zaten staken dan mooi af.

Open
En als ze opensprongen was het nóg leuker. Dan lachten de gele trompetjes je vriendelijk toe en kreeg je al helemaal zin in de warme zonnestralen. Dat openspringen duurde nooit heel erg lang bij ons in huis. Meestal gebeurde dat dezelfde middag dat ze in de gemberpot beland waren al. Mijn oma zaliger, die bij ons inwoonde, was een aartskoukleum. En zij joeg de temperatuur in huis regelmatig tot zomerwaarden op. De narcissen voeren er wel bij. En waren ook vrij snel uitgebloeid.

Lente
Vandaag is de meteorologische lente begonnen. Maar ik vind het nog knap koud buitenshuis. Ik heb vast een paar genen van mijn oma in mijn verkleumde lijf zitten. En zo denken ze daar in mijn tuin ook over. Er staat een eenzaam heldhaftig sneeuwklokje te bloeien en voor de rest zitten de voorjaarsbollen nog mooi ondergronds. Toen ik vanmorgen in de Appie '2 bosjes narcissen voor € 2,50' zag liggen, heb ik die meegenomen. "Lekker hé, dat voorjaar", zei de kassière bij het afrekenen. Ja, lekker. Moet de zon er nog wel even bij vind ik. Maar lekker is het voorjaar zeker. Eenmaal thuis heb ik de twee bosjes in de gemberpot gezet. "Hé, leuk", zei mijn wederhelft, "dat deed mijn moeder vroeger ook."

Ja, die van mij ook. En ik denk de moeders van alle anderen ook. Maar leuk is het.


zondag 17 februari 2013

Stoeptegels

Tijdens de laatste schrijftraining vertelde 'juf' dat je overal inspiratie vandaan kan halen. Als je maar om je heen kijkt. Zelf kan zij over elke stoeptegel iets schrijven als het moet. Althans, dat zegt ze. En ik geloof haar direct.

Inspiratie
En hoewel er genoeg in mijn leven gebeurt, blijft het lastig daar een onderwerp uit te pikken dat het vermelden waard is. Of een onderwerp dat ik wèl wil delen met de wijde wereld. Ik heb flink om mij heen gekeken, in de hoop daar schrijfinspiratie uit te halen. En vandaag zag ik het opeens: de stoeptegels rondom mijn huis.

Tegels
Die liggen namelijk niet alleen schots en scheefgezakt, maar zijn ook nog eens allemaal groen. Dat hoort niet zo. Ze horen grijs en witgegrind te zijn. Maar ze zijn groen. Dat is vandaag extra duidelijk te zien, omdat alle witte sneeuw er inmiddels vanaf is gesmolten. En schots en scheef horen ze ook niet te liggen. Maar dat gaan we in het voorjaar rechtzetten. Letterlijk.

Gladde kant
Vorig jaar (of was het alweer het jaar daarvoor?) is er een flinke geul achter ons huis gegraven, om een nieuwe leiding te leggen. De leiding doet het prima, maar sommige tegels getuigen nog steeds van het vlijtige werk dat is afgeleverd. Eerlijk gezegd heb ik ook nooit geweten dat een stoeptegel een ruwe en een gladde kant heeft. Maar nu weet ik dat wel, omdat er een paar met de gladde kant naar boven liggen. En dat gecombineerd met mosaanslag en sneeuw, zorgt er voor dat je dat héél duidelijk weet. Dus die tegels moeten er uit en omgedraaid worden. En er zullen ook wel een paar zakken zand onder verdwijnen, om de boel weer glad te krijgen. Bosgrond verzakt nu eenmaal, vooral als je er in hebt rondgegraven. Dan moet alles 'settelen' zeg maar.

Azijn
Wat betreft de mosaanslag hoorde ik mezelf vandaag tegen mijn schoonpapa zeggen, die met hetzelfde euvel kampt als ik, dat hij er gewoon de goedkoopste azijn overheen kan gooien. Niks duur schoonmaakmiddel tegen mosaanslag. Azijn voldoet prima. Althans, dat vertelde mijn oom mij, die voor de sneeuwbuien bij mij was en zonder er verder iets over te zeggen naar de groene tegels keek. Hij doet dat zelf altijd. Met succes. Ik heb zijn advies nog niet opgevolgd, maar wèl alvast doorgegeven. Want volgens mij brandt azijn niet alleen de mos van de tegels, maar ook alles wat daar tussendoor piept weg. En tussen mijn tegels komen nu net zo leuk groene toefjes met vergeet-mij-nietjes en sneeuwklokjes opzetten. En die wil ik daar wel houden. Dus zal ik zelf wèl aan de dure milieuvriendelijke middelen moeten geloven. Om het groen weg te halen waar ik het niet wil en te behouden waar ik het wel wil. En dat allemaal op dezelfde vierkante meters stoeptegel rondom mijn huis.

Juf had gelijk. En ik kan het ook !

vrijdag 1 februari 2013

Sneeuwklokjes

Bij mij proberen ze alweer voorzichtig uit de grond te piepen. Ik heb zo hier en daar een voorzichtige groene spriet in mijn tuin ontdekt. Maar verder zitten ze nog lekker in de grond, de sneeuwklokjes en de narcissen, de hyacinten en de blauwe druifjes.

Voorbodes
Maar die paar sprietjes zijn al wèl de voorbode van het voorjaar. Van het mooie kleurenpalet van meer kleur in de tuin dan alleen groen en wit. Ik word er wel vrolijk van. Van het voorjaar dat in aantocht is. Nog even en ik zie de lichtgroene waas weer ontstaan, die de nu nog kale bomen gaat omfloersen. Lekker. Ik verheug me al op de bijbehorende zon. Ik begin de kou namelijk wel een beetje zat te worden zo zoetjes aan.

Koukleum
Menig maal ben ik de afgelopen winter verkleumd geweest tot in het klokkenhuis van mijn ziel. En dat is diep kan ik je zeggen. Héél diep. Ik heb me gewarmd bij de houtkachel en met een fleecedekentje op de bank. Mijmerend over hoe het ook alweer voelde: zon op mijn snoet. Ik ben niet zo'n wintertype. Ik ben nu eenmaal een gigantische koukleum. En hoewel ik wèl alle jaargetijden mooi vind en het ook fantastisch is dat we ze hebben, mag het ene seizoen wel ietsje langer duren dan het andere wat mij betreft. En zeker de winter mag van mij opschieten. Sneeuw is prachtig, vooral als je dan in een kerstkaart woont, zoals ik. Maar dat hele mooie, serene, voetstaploze wit duurt meestal maar heel even. En dan verandert het in verraderlijke gladde prut. En dan zie je mij dus met rubber laarzen aan naar mijn werk klunen. Nette schoenen los in een plastic tasje mee.

Voorjaarskriebels
Maar nu het warm water regent, krijg ik des te meer de voorjaarskriebels. Mijn hele huis staat al bezaaid met bloembollen, die nadat ze uitgebloeid zijn allemaal de tuin in verdwijnen. Ik koop nooit losse bloembollen voor in mijn tuin. Alle voorjaarsbloemen die er in opkomen heb ik zelf uitgezet van spul dat eerst in huis heeft gestaan. Behalve de sneeuwklokjes. Die waren er al voordat ik dit huis kwam bewonen. En die worden elk jaar meer lijkt het wel. Net zoals de lelietjes der dalen, die over een paar maandjes weer bloeien. Ik kan niet wachten. En daarom bloeien de hyacinten al binnenshuis bij mij.

Opruimen
Een ander voorjaarsteken waar ik al een voorsprong op heb genomen, is de schoonmaak. Ik sop elke week een andere kamer extra uit. En ik ruim de kasten grondig op. Je zou toch denken dat je na de zoveelste keer flink opruimen alleen nog het hoognodige overhoudt in die kasten. Maar het jonkt maar aan. En ik kom telkens opnieuw ruimte tekort. Raar hoor. Snap er niets van. Maar voorlopig regent het nog wel even, dus moet ik het sowieso van de binnenshuisactiviteiten hebben.

Mijmeren
Ik mijmer tussen het schoonmaken en opruimen door over hoe lekker fris alles er straks weer bij staat. Klaar voor het volgende seizoen. Onwillekeurig moet ik denken aan dat muisje uit het fabeltje. Dat de hele zomer op zijn rug naar de lucht lag te kijken en de zon opsnoof. De zomergeluiden in zich opnam en in een trage blik zijn soortgenootjes ijverig zag hamsteren voor de winter. Toen het winter was ging het muisje op bedeltocht. Hij had niks verzameld en had nu honger. In eerste instantie werd hij sceptisch bekeken en was hij niet welkom. Totdat hij in ruil voor een handje nootjes vertelde hoe het ook alweer voelde, die zon op je gezicht. Hoe de zomergeluiden waren en dat de lucht zo mooi blauw was geweest. Dat het nu wel winter was, maar de zomer er weer aankwam. Het muisje werd een graag geziene gast. En had de hele winter zijn buikje vol. In ruil voor zijn zomermijmeringen ...


zondag 27 januari 2013

Pinterest

"Echt wat voor jou", zei mijn vriendin ergens medio vorig jaar. Maar aangezien ik eerst van alles bleek te moeten uitvinden op de digitale snelweg, dacht ik daar al gauw heel anders over. Totdat ze het in de kerstvakantie niet langer aan kon zien en ze zelf de boel voor mij installeerde.

Prikbord
En ze had helemaal gelijk: het is echt wat voor mij. Pinterest is een soort van digitaal prikbord. Op je 'pagina' maak je een aantal digitale borden, die je bijvoorbeeld 'Zelf doen', 'Fotografie', 'Koken', en meer van zulks noemt. Zo krijg je een ratjetoe van gezellige eigen verzamelboekjes. Om die te vullen ga je op de prikborden van andere pinners kijken en kopieer je naar je eigen borden waar je nog eens naar wilt kijken. Of waarvan je denkt het ooit zelf te zullen maken. En niet alleen via de borden van medepinners. Eigenlijk alles wat is vrijgegeven op het net kan je op zo'n prikbord kwijt.

Volgers
Alle gebruikers van Pinterest kunnen ook van jouw borden weer dingen overnemen. Daar krijg je dan via je mail telkens bericht van. En ook als iemand besluit om alles wat je doet te gaan volgen. Op dit moment volg ik 14 mensen, die zo'n beetje dezelfde interesses lijken te hebben als ik. En ik word door 24 mensen gevolgd in mijn pinactiviteiten.
Als je dat niet wilt, kan je alles wat je voor jezelf wilt houden op verborgen borden kwijt. Daar kan dan de gemiddelde internetgebruiker niet bij. Hackers uitgesloten. Maar zeg nou zelf: wie zou mij nou willen hacken??

Verzamelen
Sinds mijn Pinterestaccount ben ik al heel wat uurtjes zoet geweest met het verzamelen van allerlei beschrijvingen van ingewikkelde patronen en bakrecepten. Van uitspraken en mooie plaatjes. Af en toe kijk ik genietend naar mijn verzameling schatten die ik ooit ten uitvoer denk te brengen. Ik hobby wat af zo. Ik doe alleen letterlijk geen steek. Want hoe meer tijd ik in het bekijken, opzoeken en nalezen stop, hoe minder tijd er over blijft in het daadwerkelijke doen natuurlijk.

Vergeeld
Het lijkt een beetje op mijn oude vergeelde en verstofte prikbord in de keuken. Die van kurk met een houten randje. Waar ook losse, inmiddels vergeelde, receptjes op staan en waarop tekeningen geprikt zitten van mijn nichtje en neefjes. Af en toe kijk ik daar met een glimlach naar. Het ziet er niet uit, dat bord in mijn keuken. Alles zit schots en scheef en overelkaar heen geprikt. En tòch komt het er niet van om het bord te ontprikken en op te schonen. Zo zal dat ook wel met mijn digitale prikborden gaan vrees ik. Maar ondertussen is het verzamelen van al die prikplaatjes nog aardig verslavend kan ik je zeggen. En dit prikbord rangschikt alles keurig voor me. Èn het vergeelt niet ...

zondag 13 januari 2013

Wie goed doet ...

Na de volle periode voor, tijdens en na Kerst (wat haalt een mens toch altijd een boel overhoop), wordt het de hoogste tijd om het bloggen weer op te pakken.

IPad
Nou moet ik ook wel eerlijk bekennen dat ik me de afgelopen weken behoorlijk op mijn verjaardagscadeautjes heb gestort. Vooral de IPad. Nooit gedacht dat een digibeet als ik daar zo aan verslingerd zou kunnen raken. Maar ik moet het ding bijna dagelijks aan de ketting leggen om te voeden met verse stroom. En dat zegt toch wel wat.

Kettingbrief
Tijdens één van mijn 'op-de-bank-hang-sessies-met-Pad' zag ik via Facebook een nieuwe uitdaging voorbij komen. Een kettingbrief. Nou ben ik niet zo van de kettingbrieven, gezien de trauma's uit mijn verleden. Uren, werkelijk úren heb ik gespendeerd aan het schrijven van gezellige kaarten. Met de belofte dat ik dan evenzoveel gezellige kaarten terug zou krijgen, vanuit de hele wereld. Mijn klompen- en tulpenkaarten zijn weliswaar de hele wereld over gezonden, maar ik heb er zeggen en schrijven één retour gekregen. Uit Indonesië. Dat dan weer wel.

Goed doen
Dus sta ik in de regel niet vooraan bij het meedoen en doorgeven van kettingbrieven. Maar deze was anders. Overgewaaid uit Amerika en vertaald naar het Nederlands. De gedachte is om als goede voornemen dit komend jaar eens iets aardigs voor een ander te doen. De eerste vijf mensen die op het berichtje reageren krijgen van degeen die het gepost heeft iets leuks, lekkers of liefs, of misschien wel alledrie, ergens in het komende jaar. Zonder aankondiging vooraf. Zomaar. Alleen moet degene die reageert datzelfde bericht dan ook wel op zijn/haar Facebookpagina zetten en is dus de klos om aan vijf mensen ook iets te sturen. Liefst zelfgemaakt. Ook dat nog.

Reacties
Maar ik ben wel van het zelfmaken. En het plan vond ik mooi. Dus was ik er als de kippen bij en overpeins ik nu wat ik aan 'mijn' zes mensen zal sturen. Ja, er was ook een 'laatkomer'. Maar ach, al waren het er tien geweest. De deadline is pas op 31 december. Tijd zat. Toch verbaasde me het wel dat het zo langzaam ging met het opvullen van de reacties. Ik had gedacht dat dit binnen de kortste keren uitverkocht en overgenomen zou zijn. Maar dat is niet zo. Misschien zijn er wel veel meer mensen getraumatiseerd door de kettingbrieven. Dat zal het zijn.

Krijgen en geven
Want het is natuurlijk best heel leuk om 'zomaar' iets van een ander te krijgen. En nóg leuker: om een ander te verrassen met je zelfgemaakte baksels of frutsels. Eigenlijk is de voorpret daarvan het project al meer dan waard. Je verkneukelen op hoe de ander zal reageren op jouw verrassing voor hem/haar. En dan maar hopen natuurlijk dat de ontvanger het ook écht leuk of lekker vind wat je stuurt. Anders heb je soort van voor niks avonden lang zitten breien.

En tóch las ik gisteren in dit kader een opmerkelijke uitspraak: ' Échte gulheid is iets aan iemand geven, zonder dat die er ooit achter komt dat jij de gever was' - Frank A. Clark.