zondag 30 september 2012

Fronselen

Tussen alle drukke bedrijven door ben ik ijverig in de weer voor de jaarlijkse pompoenenmarkt. Die nadert met rasse schreden. Rasser dan ik kan bijwerken vermoed ik, aangezien er nog zo'n Appie Heijn tas of twee, drie vol staat met spul dat nog af moet.

Projectjes
Naast de inmaak van chutney en jam ben ik ook aan het breien en haken geslagen. Kleine projectjes, want het moet wel leuk blijven natuurlijk. Dus kom je al gauw uit op babyspul. Niet dat klein gefrutsel sneller werkt, want gepriegel kost vele malen meer tijd dan flinke lappen die je achter elkaar kunt produceren. Maar klein spul zie je wel sneller groeien tot wat het zou moeten worden. Volgens de beschrijving dan. En volgens de prachtige plaatjes in de boekjes. Ik durf te wedden dat de makers van al die pluizige bolletjes poetskatoen die tot knuffels of babyvestjes verheven zijn, er maaaanden over gedaan hebben. Dat kan gewoon niet anders. Afgaande op mijn eigen tempo dan.

Knuffels breien
Een week of twee geleden kreeg ik van een vriendin een boekje met knuffels om te haken en/of te breien. Scháttig. Echt waar. Op de plaatjes. Echt snoezig. Ik ben er meteen mee begonnen om het uit te proberen. En na een heleboel getel en nagetel bleek dat er gewoon een fout in de beschrijving stond, waardoor mijn uitprobeersel een buitenboordmodel dreigde te worden. Na de fout te hebben aangepast werd het wel wat. Mijn gezichtsloze kaboutertje met geknoopte armpjes en beentjes. Alleen, toen ik het gezicht moest formeren ( ik heb er echt geen ander woord voor in dit geval, want je moet het met vulspul in model zien te krijgen), stond er in de beschrijving dat ik het nekje eerst moest fronselen.

Vlaams
Nooit, echt nóóit van gehoord. En fronselen googelen is ook nog niet zo één, twee, drie gebeurd. Zelfs niet op Belgische sites, want het voorbeeldboekje bleek van Vlaamse makelij. Pas na héél veel speurwerk kwam ik er achter dat het een Vlaamse uitdrukking is voor rimpelen. Tsja. Dát had ik zelf kunnen bedenken. Maar deed dat niet. Of in elk geval te laat. De Belgen gebruiken wel vaker letterlijke woorden voor dingen die in mijn alledaagse leven heel anders heten.

Zo heb ik eens een recept voor een kwarktaart uit de oven aan mijn Belgische vriendin gegeven. Ze wilde hem gaan maken en kocht de ingrediënten. Maar helaas, het feest ging niet door. In heel België was geen kwark te krijgen. En dat was toch wel een essentieel onderdeel.

Toen ik niet lang daarna voor een paar dagen bij haar ging logeren, ben ik met haar meegegaan naar de supermarkt. Dat bestond toch niet: geen kwark in België te koop. We liepen linea recta naar het koelvak en ik plukte er meteen een flinke pot kwark uit. 'Ahhhh ... platte kaas !!!!!', riep ze uit.

Rijker
Maar goed, ik ben weer een woord rijker: Fronselen.

Vanmiddag had ik mijn Belgische vriendin op visite. Heel gezellig. Ik vertelde haar over mijn nieuwe Vlaamse woord. 'Ah ja. Fronselen.' Deed ze voor met haar voorhoofd. Duidelijk ja. Nu breek ik dus niet alleen mijn hoofd over mijn punnikwerkjes, ik fronsel het er ook nog bij ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten