woensdag 2 mei 2012

Jankboom

Het gaat nu opeens hard. Dat groen worden van de blaadjes aan de bomen. En dat is maar goed ook, want het is nu wel lang genoeg winter geweest. Aan de temperaturen zou je het nog niet zeggen. Dat we volop in het voorjaar zitten. En voorlopig blijft het ook nog te koud voor de tijd van het jaar. Volgens Helga en Margo en hun collegaas.

Lichtgroene weemoed
Elk jaar geniet ik van de lichtgroene waas, die de kale takken zo graag wil sieren. Het is net alsof je er zelf ook wat vrolijker van wordt. Hoewel het op mij ook een weemoedige uitwerking heeft. Geen idee hoe dat komt. Maar in het voorjaar mijmer ik altijd. Over hoe het was en hoe het worden moet. Over de kaalheid van het bestaan en over hoe het er over een paar weken uit zal zien. Als de volgroene blaadjes zwoel ritselen en mensen zoals ik verkoeling zoeken in de schaduw van het gebladerte.

Tijd
Elk jaar opnieuw overvalt me dat weeiïge gevoel. Omdat er weer een nieuwe periode aankomt. Omdat alles frisgroen open ligt en ik niet precies weet hoe de toekomst er uit gaat zien. Misschien komt het omdat ik ouder wordt en er steeds meer te mijmeren valt. Misschien komt het omdat het wisselen van de seizoenen me doet beseffen hoe snel de tijd toch eigenlijk gaat. Ooit zat ik op een verjaarsvisite, nu een eeuw of wat geleden. Daar ging het gesprek er over of er leven na de MAVO was. En het opgroeiende grut aan de tafel ten huize van de jarige luid zuchtte 'Ja, want voor je het weet ben je twintig!'

Voor je het weet wel ja. Want inmiddels is datzelfde grut de twintig al een paar keer gepasseerd. Zijn ze nu zelf pappa en mamma. Hun kroost heeft dan nog wel geen tienerleeftijd, maar ik zag toch onlangs zuchtende posts op FaceBoek voorbij komen. Omdat hun nakomelingen de peuterklas alweer ontgroeid waren. De tijd gaat snel. Ik zie me nog net niet sokkenbreiend in het bejaardenhuis zitten. Hoewel ik het ook dáár al wel met een collega over gehad heb.

Ouder worden
Ik denk dat het hem er vooral ook in zit, dat naarmate je ietsje ouder wordt, je omgeving ook krakkemikkeriger wordt. Je ziet bewuster mensen ouder worden. Er komen opeens serieuze ziektes voorbij, daar waar het 'vroeger' nog om simpele verkoudheidjes ging. Opeens gaan mensen in je omgeving vaker wegvallen. Opeens schuif je zelf een generatie op. Kijken ze naar míjn grijze haren. Nou ja, onder de verflaag heen dan. Want ze zitten er wel, maar je ziet ze (bijna) niet. Met dank aan de dames van de Cosmo.

Gek. Maar in de lente voel ik me meestal 'oud'. Ik ben meer een herfsttype. Misschien wel omdat die periode dichter bij me staat of zo.

Jankboom
Toch geniet ik van de prachtige lichtgroene waas van dit moment. Het heeft ook wel iets uitdagends. In het park, waar ik tegenover woon, staat een prachtige treurwilg. Haar takken hangen zwaar. Ze doet haar naam eer aan en ik voel met haar mee. De groene waas siert haar weemoedig. De wind laat haar ritselen en doet haar fluisteren. En opeens hoor ik weer het kinderstemmetje van één van mijn neefjes, achterin de auto bij zijn moeder en mij. Kijkend naar een lichtgroene treurwilg vraagt hij :"Mam... hoe heet dat ook alweer? Die jankboom ...?"


Geen opmerkingen:

Een reactie posten